Iris' Garden Ecology

Blog. Want een betere wereld begint in de eigen tuin!

Test: zelf vetbollen maken

Het eindresultaat

Het eindresultaat

Ik was nieuwsgierig: hoe gaat dat nou, zelf vetbollen maken? Is het zo makkelijk als ik soms lees? Daarom ben ik het eens zelf gaan testen.

Kerstvakantie! Een perfect moment om dingen te gaan uitproberen. Nu heb ik hier en daar wel eens gelezen dat zelf vetbollen maken makkelijk is en leuk. En bij veel bollen die in de winkel liggen, vraag ik mij toch af wat er eigenlijk precies in zit (tot op heden heb ik geen precieze ingrediëntenlijst gezien). Daarom ben ik eens gaan proberen om ze zelf te maken.

Voor het maken van de vetbollen ben ik uitgegaan van het recept van Vogelbescherming Nederland. Ik wilde niet vloeibaar, ongebruikt dierlijk frituurvet, omdat dierlijk vet beter zou zijn dan plantaardig vet, wat laxerend zou kunnen werken. Ik koos daarom voor ossewit (o.a aangeraden bij Petsplace). Wel zag ik dat hier antischuimmiddel in zat, een synthetische polymeer: dimethylpolysiloxaan (net als bij de andere soorten vast frituurvet die ik bekeek trouwens). Ik heb internet geraadpleegd om erachter te komen of dit kwaad kan en of het in normale vetbollen zit, maar er was zeer weinig over te vinden. De WHO geeft de informatie dat er geen schadelijke gevolgen zijn voor de mens, hoewel er weinig onderzoek naar gedaan is. Ik vermoed dat als het in frituurvet zit (en in vruchtensappen en nog veel meer blijkbaar), dat het ook in vetbollen zal zitten. Vogelbescherming en Petsplace vermelden er in ieder geval helemaal niets over. Ik besluit het toch te proberen. Mijn tuin biedt immers zat variatie van bessen, zaden en insecten.

Frituurvet en kinderen gaan natuurlijk niet zo goed samen, daarom zijn er ook recepten met gelatine in plaats van frituurvet te vinden. Ik weet niet of dit goed is voor vogels, dus ik heb gewoon de aanbevelingen van Vogelbescherming Nederland gevolgd en vast frituurvet gebruikt.

1 Benodigdheden

Benodigdheden: vast (ongebruikt, ongezout) frituurvet, bakjes en vormpjes, touw en vulling. Als vulling koos ik voor een zadenmengsel, rozijnen en gedroogde meelwormen. Ik heb ook twee scheppen (pure) pindakaas erdoorheen gedaan, omdat vooral de mezen in mijn tuin daar wel erg verzot op zijn. Ik dacht dat het frituurvet wel hard zou zijn, dus ik had alvast een snijplank en een in heet water verwarmd mes klaargezet. Maar het frituurvet bleek erg zacht en ik had dat dus niet nodig (ik kon het blok makkelijk indrukken).

2 mengen

In een oude pan smolt ik het blok vet op een middelhoog vuur. Dat ging heel erg snel, ik denk dat het nog geen 3 minuten duurde. Toen het geheel gesmolten was (het mag ook weer niet te heet worden), gooide ik er ongeveer een gelijke hoeveelheid aan vulling in + de twee lepels pindakaas. Ik roerde het goed door elkaar en klaar! Dat was het makkelijke deel.

3 giet in bakken

Ik goot het hete mengsel in een breed bakje en daarna voorzichtig het restant in een oude ijsblokjesvorm. Ik had het idee dat ik er misschien een ketting met kleine blokjes van kon maken, vandaar. Omdat ik de grootste hoeveelheid in het andere bakje had gegoten en zware dingen nou eenmaal naar beneden zakken, was het andere bakje relatief meer gevuld met vet en minder met vulling dan de blokjes. Maar het maakte schenken wel preciezer. Met een lepel verdeelde ik de vulling wat beter over de bakjes. Ik lepelde daarna voorzichtig het vet uit het brede bakje (ik probeerde zo min mogelijk vulling mee te nemen) en goot dit in de ijsblokjestray, tot alles tot de rand gevuld was.

4 in bakken

Ik knipte stukken touw af die een flink stuk langer waren dan de bakjes, niet exact maar waarmee ik dacht genoeg te hebben.

6 draad erin

Ik stopte het touw erin. Ik had alleen dun touw tot mijn beschikking, dus ik stopte het midden in het vet en hield de uiteinden vrij om later samen te kunnen knopen. In de brede bak deed ik aan weerszijden één touw, want ik wilde daar later twee delen van maken door het stuk doormidden te snijden. Om het touw beter vast te zetten, roerde ik er met de lepel wat vulling overheen. De ijsblokjestray was lastiger (als ik touw in een blokje stopte, ging hij er bij het vorige blokje uit), maar door het touw steeds te draaien maakte ik een krul, die ik dan in het volgende blokje kon stoppen. Dat werkte aardig. Ook hier roerde ik wat vulling over het touw zodat het beter beter bleef zitten.

8 afgekoeld

Omdat ik ongeduldig was, zette ik het in de koelkast. Ik heb ongeveer 2 uur gewacht voor ik de bakjes er weer uit haalde, ze waren mooi hard.

9 eruit halen

Eruit halen was knap lastig. Het grote brok heb ik uiteindelijk met slaan op de onderkant eruit gekregen, maar daardoor was de plak wel gebroken.

10 close up

Het viel tegen hoe stevig het vet was. Het touw liet ook erg makkelijk los, ik kon de brokken er niet aan optillen. Misschien was het de pindakaas, maar zo veel heb ik er niet in gedaan en ik vond het frituurvet al redelijk zacht om mee te beginnen (en nee, onze verwarming staat niet flink te loeien dus het is hier ook geen sauna 😉 ).

11 ophangen

Uiteindelijk heb ik het maar gewoon zo opgelost: het touw eruit en om het brok heen vastgemaakt. De rest van de brokken heb ik in de tuin neergelegd.

13 licht verwarmen om eruit te halen

Het vet in de ijsblokjestray was er niet goed uit te krijgen. Dan wordt aangeraden om het in warm water te weken, maar daar werd het geheel weer te zacht van (misschien omdat het relatief kleine blokjes waren). Maar alsnóg kwam het er niet uit. Ik heb het er uiteindelijk uit moeten scheppen.

14 werkt niet

Dat was dus geen succes.

15 dan maar ergens in

Ik had er genoeg van. Ik duikelde een stel oude, tweedehands mini-stulpjes op (die toch te klein en daarom te onhandig zijn om er iets onder te kweken) en heb met hele vieze, vette handen de massa aan kapotte brokjes die zacht geworden waren in de stolpen gesmeerd. Die stolpen heb ik vervolgens in de koelkast in een bakje gezet. De volgende dag heb ik een stuk touw meerdere keren om het smalle deel gewikkeld, goed vastgeknoopt en de stolpen in de tuin gehangen.

Het eindresultaat

Nog een keer het eindresultaat.

Het geheel was trouwens erg makkelijk schoonmaken, ook de pan heeft het overleefd. Zolang het vet niet keihard is valt het makkelijk af te wassen. Als iets aankoekt, dan kan het zo weer zacht worden gemaakt door het even te laten staan in heet water.

Conclusie

In principe is het inderdaad een makkelijk projectje met veel potentie voor grappige toepassingen, maar ik ga niet meer moeilijk doen om het in vormpjes te gieten waar het later weer uit moet. Als ik het nog een keer doe, dan wel direct in vormpjes waarin ik het kan laten. Ik sta er nu wel meer bij stil wat er eigenlijk allemaal in vetbollen en vogelpindakaas zit of kan zitten, dus dat is wel iets waar ik nog verder over nadenk. Sowieso hang ik vrijwel alleen vetbollen op als het echt koud wordt buiten en na dit verhaal vind ik dat alleen maar een beter idee.

Maar het belangrijkste is: vinden de vogels het lekker? Daarop moet ik later nog even terugkomen. Ze kijken er al geïnteresseerd naar, maar hebben dusver nog niet echt dichtbij durven komen (er valt ook zo veel te halen hier). I’ll keep you posted.

Update: ja, de vogels eten er nu graag van en het meeste is al op. De store-bought vetbol blijft onaangeroerd. Dus wat de vogels betreft is het experiment in ieder geval geslaagd 😉

 

4 reacties op “Test: zelf vetbollen maken

  1. Pingback: Vogels aantrekken in de herfsttuin | Iris' Garden Ecology

  2. Pingback: Tuindagboek: de toornige tjiftjaf | Iris' Garden Ecology

  3. Pingback: Tuindagboek: Een merelnest | Iris' Garden Ecology

  4. Pingback: Waarom je nu beter niet de vogels voert | Iris' Garden Ecology

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Informatie

Dit bericht was geplaatst op 21 december 2015 door in DIY's en getagd als , , .