Prachtklokje (Campanula persicifolia)
Deze planten zijn niet alleen decoratief, ze zijn eetbaar én waardevol voor bijen en andere insecten. Bovendien biedt deze plantenfamilie voor bijna ieder plekje wel wat wils.
De kieren van mijn stapelmuurtjes vullend, kruipend langs de trappetjes, badend in de zon of verstopt tussen de struiken van mijn voedselstruweel, onder de oppottafel of langs de rand van het terras: er groeien heel wat klokjesbloemen in mijn voor- en achtertuin. Insecten maken er dankbaar gebruik van, waaronder bijen. Voor klokjesbijen zijn de planten zelfs van levensbelang. In veel tuinen staan ze gewoonweg omdat ze mooi zijn. Zo is het kruipklokje (Campanula poscharskyana) bij mijn terras aan komen ‘wandelen’ vanuit de tuin van de buren. Hij begon als een pluk groen naast de achterdeur en reikt sindsdien steeds verder langs de rand tussen het huis en het terras, ongehinderd door de schaduw. Ik vind ‘m prachtig, de hommels en bijen ook, dus laat ik ‘m lekker gaan. Hoe meer groen, hoe beter. Maar dit klokje is niet alleen mooi, hij is ook eetbaar! En dat geldt voor de meeste (biologisch gekweekte) klokjes.
Een zoom van klokjes in de Hortus Botanicus Amsterdam
Klokjesbloemen zijn gemakkelijk in onderhoud, overblijvend en decoratief. De bodembedekkende soorten groeien vaak snel. Maar er zijn zo veel soorten, dat ik het voor deze blogpost bij mijn favorieten houd.
Dalmatiëklokje tussen de treden en muurtjes van mijn trapje.
Allereerst het bovengenoemde kruipklokje (Campanula poscharskyana) en het dalmatiëklokje (C. portenschlagiana), beiden vaak aangeboden als sierplant. Ze komen oorspronkelijk uit het oosten van Europa. Dalmatiëklokje blijft laag en spreidt zich uit; bij mij groeit deze in de zon en schaduw vanuit de kieren in de muurtjes en trappetjes van mijn zitkuil. Kruipklokje groeit ook bodembedekkend, maar maakt lange stengels met bloemen die met steun (tegen een muur, bijvoorbeeld) overeind blijven. Inheems zijn prachtklokje (C. persicifolia), kluwenklokje (C. glomerata), grasklokje (C. rotundifolia), akkerklokje (C. rapunculoides) en rapunzelklokje (C. rapunculus). Deze soorten zijn polvormig; hun bladeren blijven laag, maar hun lange bloeistengels schieten van 60 tot wel 120 cm omhoog. Kluwenklokje vormt een ‘bol’ van bloemen, in een kluster, zoals de naam al doet vermoeden. Bij de andere soorten staan de bloemen apart op de steel. Dan heb je nog het breed of breedbladig klokje (C. latifolia). Dit klokje is hier niet inheems maar ingeburgerd en groeit bodembedekkend in de halfschaduw tussen bomen, met lange overeindstaande stengels. Alle wilde soorten zijn beschermd. De bloemen zijn meestal blauw, blauwpaars, paars, lila, wit of roze; ze verschijnen rond juni en gaan vaak nog door tot in september.
Behangersbij op kruipklokje
Van al deze soorten kun je zowel de bloemen als de bladeren eten. Zelf gebruik ik de bloemen graag in salades en op brood (het ziet er gelijk heel feestelijk uit, zeker in combinatie met andere eetbare bloemen). De bladeren bevatten weinig smaak, dus gebruik ik alleen de jonge bladeren als vulling in de salade en oudere bladeren combineer ik met meer smakelijke planten om ze samen als spinazie te koken. Jonge scheuten zijn geschikt om te bakken als asperges. Verder zijn de wortels van rapunzelklokje, prachtklokje en akkerklokje geschikt als kookgroente. Vooral rapunzelklokje staat hierom bekend, wellicht omdat deze dikkere, vlezige wortels heeft en de andere klein en dun. Ik heb ze zelf nog nooit geprobeerd – je bent dan toch een deel van je planten kwijt en ik heb er nooit genoeg van – maar Martin Crawford beschrijft in zijn boek ‘How to grow perennial vegetables: Low maintanence, low-impact vegetable gardening’ (ISBN: 978-1-900322-84-3, uitgeverij Green Books) hun zoete, aardachtige smaak en dat je ze gekookt, in soepen of rauw of gekookt geraspt in salades kunt eten.
Bloemensalade
Ik heb de verschillende soorten maar in een tabel gezet om dit wat overzichtelijk te maken.
Soort | Licht | Bodem | Mogelijke toepassingen |
Kruipklokje
(C. poscharskyana) |
Zon – schaduw | Voedselarm of – rijk, stenig | Donkere hoekjes, onder struiken, kieren, geveltuintjes |
Dalmatiëklokje
(C. portenschlagiana) |
Zon – schaduw | Voedselarm of -rijk, droog, stenig | In muurtjes, donkere hoekjes, onder struiken, tussen de tegels en in kieren tussen stenen |
Prachtklokje
(C. persicifolia) |
Zon – halfschaduw | Licht vochtig/droog, matig voedselarm/rijk | Open beplanting in (wilde) bloemenborder of op zonnige rand voor struiken |
Kluwenklokje
(C. glomerata) |
Zon, lichte halfschaduw | Licht vochtig, matig voedselrijk | Open beplanting in bloemenborder of op zonnige rand voor struiken |
Grasklokje
(C. rotundifolia) |
Zon | Droog, matig voedselrijk/arm | Open beplanting tussen grassen of (wilde) bloemenborder |
Akkerklokje
(C. rapunculoides) |
Zon | Licht vochtig/droog, matig voedselrijk | Open beplanting tussen grassen of (wilde) bloemenborder |
Rapunzelklokje
(C. rapunculus) |
Zon – halfschaduw | Licht vochtig/droog, matig voedselrijk/arm | Open beplanting in (wilde) bloemenborder |
Breedbladig klokje
(C. latifolia) |
Halfschaduw | Vochtig/nat, matig voedselrijk | In lichte schaduw onder bomen of tussen struiken, in bloemenborders in de halfschaduw |
Kijk voor meer informatie op de Plants for a Future Database of, waar ik zelf soort van fan van ben, in de encyclopedieën van Steffen Guido Fleischhauer (zelf heb ik zijn Enzyklopädie der essbaren Wildpflanzen: 1500 Pflanzen Mitteleuropas (ISBN: 978-3-8289-3473-3, uitgeverij Weltbild) die uitgebreide informatie geeft).
Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.
Ik ben Iris Veltman. Ik heb HBO Milieukunde gestudeerd en daarna gewerkt als procestechnoloog bij een bedrijf dat van afvalproducten nuttige producten maakt (o.a. compost en biogas). Nu ben ik bezig met mijn eigen bedrijf: Iris' Garden Ecology. Mijn doel is mensen te laten zien dat de natuur in de tuin niet bestreden hoeft te worden.
Pingback: Mijn top 10 makkelijke & vaste groenten | Iris' Garden Ecology