De tijd voor salades breekt weer aan! Oké, dat eet ik jaarrond uit de tuin, maar als het buiten warm is dan smaakt het het beste. En dus dacht ik: tijd voor een lijstje van mijn 10 favoriete planten, die je kunt eten als sla, maar die geen sla zijn 😉
Ik hou van lijstjes! Dus tijd voor een nieuwe. Er is alleen één puntje wat ik van tevoren even onder de aandacht wil brengen: niet-biologisch gekweekte soorten kunnen chemicaliën bevatten die ze voor ons niet eetbaar maken. Daarom is het belangrijk ze biologisch te halen en anders alleen als er op het etiket staat: ‘geschikt voor consumptie’. Of je moet ze zelf opkweken of al jaren onbehandeld in je tuin hebben staan.
Daglelie – Hemerocallis
Een makkelijke om mee te beginnen: daglelie. De mooie, grote bloemen bloeien maar één dag, dus ’s avonds pluk ik ze en verspreid ze door de salade. Meestal haal ik daarvoor de bloembladeren van elkaar af. Daglelie heeft een lekkere, frisse smaak en knapperige bite en de plant is niet fussy; hij groeit prima in niet te droge schaduw. Als je beginner bent of gasten krijgt die misschien nog niet gewend zijn vreemde eetbare planten voorgeschoteld te krijgen, dan is dit een goede kandidaat. En dan ook nog eens een mooie tuinplant voor een schaduwrijk plekje, een win-win dus.
Rankspinazie – Hablitzia tamnoides
Een klimplant met een hoge opbrengst. De bladeren hebben een zachte smaak, die perfect is om te mixen met sterkere smaken. Als rankspinazie gaat bloeien dan wordt de smaak minder vind ik, maar ik heb een oplossing om er langer van te genieten. Rankspinazie groeit zowel in zon als schaduw – die in de zon komt in het voorjaar eerder op dan die in de schaduw, maar bloeit ook eerder. Dus eentje in de zon en eentje in de schaduw verlengt de tijd dat je ervan kunt oogsten.
Beuk – Fagus sylvatica
De beuk heeft ribbelige, eetbare bladeren, die een fijne, licht nootachtige smaak hebben. Nu heb je misschien geen plek voor een grote boom als deze, maar de beuk wordt ook toegepast als haagplant (de beukenhaag, niet te verwarren met haagbeuk (Carpinus betulus)). Zo kun je een eetbare haag hebben zonder het te weten! Je kunt het beste de echte jonge bladeren gebruiken, omdat ze daarna snel stug worden. De beuk groeit het beste in de halfschaduw of in de zon.
Rode en witte klaver – Trifolium pratense en Trifolium repens
Eentje waarvan ik altijd graag de blaadjes gebruik is mijn rode klaver. Ze zijn heel licht zuur van smaak en lekker fris in een salade, maar relatief klein, dus ik oogst er relatief veel van. Komt nog bij dat het een nuttige plant is voor dieren, een stikstoffixeeerder, een goede bodembedekker én een plant die het in zowel zon als halfschaduw goed doet… What’s not to love?
Zuringsoorten – Rumex
Niet alle zuring zijn heel geschikt om rauw te eten, zoals ridderzuring. De smaak varieert en sommige soorten hebben een relatief hoog gehalte aan oxaalzuur, wat niet zo gezond is om zo te eten. Maar er zijn meerdere die wel heel geschikt zijn (en speciaal aangeboden worden) om te eten. Neem spinaziezuring (R. patientia), of, mijn favoriet, bloedzuring (R. sanguineus). Die laatste heeft een friszurig smaakje en prachtige rode nerven, die een salade van een beetje extra kleur voorzien. Doet het overigens goed in de schaduw – zaait zich daar vaak uit, maar hé, meer eten denk ik dan 😉
Siersalie – Salvia greggi en Salvia microphylla
Dit vind ik toch zo’n dankbaar struikje. Groeit prachtig op zonnige plaatsen met een relatief droge grond en bloeit vanaf, nou ja, nu eigenlijk, tot aan de vorst. In mijn tuin staan nu twee S. microphylla ‘Hot lips’ (met wit- en rode bloemen, zie afbeelding), S. greggi ‘Nachtvlinder’ (donkerroze) en ‘Orchid glow’ (felroze). Ik pluk voor zo’n beetje ieder gerecht wat van de bloemen, of het nou een broodje, salade of een tortilla is. De bloemen hebben een heel lichte saliesmaak en fleuren alles op, terwijl je amper aan de struik ziet dat je er wat van geplukt hebt.
Linde – Tilia cordata
Een prachtige, maar enorme boom. Tja. Maar laat je daardoor niet afschrikken. Ook linde is een soort die vaak in hagen gebruikt wordt, net als de beuk. En ik heb sinds kort een linde in de tuin, die ik eens in de 5? 7? jaar (afhankelijk van hoe snel hij groeit) knot, net zoals je bij een wilg zou doen. Zo blijft het een flinke struik of een klein boompje. Linde heeft bladeren met een zachte smaak en produceert het hele seizoen lang nieuwe bladeren, zodat je kunt blijven oogsten. Hij groeit in de zon, maar ook in de schaduw.
Klaverzuring – Oxalis
Klaverzuring is een vrijwilliger die je vaak tussen de tegels aantreft. Maar de blaadjes zijn ook eetbaar. Ik vind ze bij de meeste soorten alleen erg klein. Ik heb een soort met grote bladeren, een rode klaverzuring (niet die je vaak in de tuin aantreft) met de botanische naam O. triangularis. Die heeft prachtige paars tot roodbruine bladeren (zie de foto hierboven, dat zijn geen bloembladeren 😉 ) met een zurig smaakje. Hij groeit goed in de zon.
Brave hendrik – Chenopodium bonus-henricus
Een plantje met mooie, hartvormige bladeren. Ze hebben een meer uitgesproken smaak die ik veel lekkerder vind dan de meeste slasoorten die je in de winkel koopt. Wel moet je de onderkant goed wassen (door eroverheen te wrijven werkt het beste) want hier kan een poederachtig laagje zitten. Ook van deze is het belangrijk de jonge bladeren te kiezen, want die zijn nog zacht – als ze ouder worden, dan gaat de smaak achteruit en zijn ze taaier, wat je met een beetje oefening makkelijk kunt voelen voordat je ze plukt. Doet het goed in de zon maar in mijn ervaring ook prima in de schaduw, zolang de grond maar voedselrijk is.
Wilgenroosje – Chamerion angustifolium en Epilobium
Ik sluit af met deze beauty: wilgenroosje. In mijn tuin heb ik twee soorten: het knikkend wilgenroosje (C. angustifolium) en bastaardwederik of kantig wilgenroosje (Epilobium tetragonum). Die laatste is een eenjarige vrijwilliger, die vaak in (moes)tuinen opduikt en dan wordt weggehaald. Maar ik laat hem lekker door de tuin zaaien, want de bladeren zijn zacht van smaak en perfect voor in de salade. Het knikkend wilgenroosje is daarentegen een vaste plant, die ook in tuincentra wordt aangeboden. Hij heeft dunne bladeren, die jong goed rauw gegeten kunnen worden en in juli t/m september prachtige roze bloemen die nog lekkerder zijn in de salade. Groeit goed op zonnige en halfschaduwplekken, op een voedselrijke grond.
Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.
Ik ben Iris Veltman. Ik heb HBO Milieukunde gestudeerd en daarna gewerkt als procestechnoloog bij een bedrijf dat van afvalproducten nuttige producten maakt (o.a. compost en biogas). Nu ben ik bezig met mijn eigen bedrijf: Iris' Garden Ecology. Mijn doel is mensen te laten zien dat de natuur in de tuin niet bestreden hoeft te worden.
Hoi Iris. Een inspirerend artikel weer. Wel even een nuance bij klaver: de meeste maar niet alle klaver soorten zijn eetbaar. De witte bijna altijd, maar er zijn daarvan ook giftige (cyanogene) exemplaren die een gevaarlijk hoog gehalte blauwzuur bevatten, net als sommige rolklaver. Sowieso bevatten klavers blauwzuur, maar normaal gesproken gaat het om veilige kleine hoeveelheden. De witte kan daar dus bij bepaalde (groei-)omstandigheden zoveel meer van aanmaken dat het voor (dier en ) mens schadelijk is. Rode is inderdaad ook eetbaar, maar daarbij is het wel opletten er niet al te vaak/veel van te nemen ivm de hoge hoeveelheid fyto-oestrogenen.
Mijn favoriet is de schapenzuring, de bloedzuring vind ik juist veel minder lekker, maar zoals je al schreef wel heel mooi in de salade!
Oh wat stom! Ja, je hebt gelijk, dat ben ik helemaal vergeten te vermelden. Ik pas het gelijk aan. Bedankt!