Iris' Garden Ecology

Blog. Want een betere wereld begint in de eigen tuin!

Successietuin: van zandgrond naar een ‘bos’

Voortuin voorjaar 2016

Mijn voortuin nu, voorjaar 2016

Niemand weet, niemand weet… Dat mijn voortuin eigenlijk een (voedsel)’bos’ in wording is. Ik begon hier namelijk met kale zandgrond en langzaam (maar versneld!) werk ik met natuurlijke successie om de grond te verbeteren.

Mensen die met permacultuur bezig zijn zeggen meestal dat mijn voortuin meer ‘klassiek’ is of dat ik er daar niet zo veel mee doe. Slechts een enkeling herkent dat hier, heel subtiel, wel degelijk sprake is van permacultuur en voedselbossen. Het schijnt dus bijna niemand op te vallen, maar de aanwijzingen zijn er zeker. Kleine, jonge boompjes en heesters staan inmiddels namelijk her en der verspreid en als je in kunt schatten hoe groot ze nog gaan worden, dan kun je ook zien wat het idee is waar ik heen wil. Bovendien is er al heel wat eetbaar, mits je weet waarnaar je kijkt. Het doel dat ik voor mijn tuin gesteld heb is namelijk dat het over circa tien jaar een bosachtige tuin is. Geen echt bos, dat zou natuurlijk nogal moeilijk zijn in een kleine voortuin, maar wat bosachtig wel. En nog eetbaar ook. Een schetsje van wat ik uiteindelijk voor ogen heb:

Schets voortuin

Een schets van waar mijn voortuin heen moet gaan; sorry ik heb geen mooiere momenteel, ik kan momenteel nog niet tekenen dankzij mijn pols 😦

Het gaat niet heel snel, maar voor mij is het wel een interessant experiment. Ik begon namelijk met een tegeltuin met alleen twee hulstboompjes. Nadat we de hele tuin onttegeld hadden (en alle stenen in de achtertuin voor verhoogde borders, paden en randen van de zitkuil gebruikt hebben, want pfoe wat waren dat er een hoop!) kwam een kale, levenloze en lege zandgrond tevoorschijn. Om daarvan snel een meer bosachtige voortuin te maken zou je heel wat aarde en compost moeten aanvoeren, maar dat heb ik niet gedaan. In plaats daarvan werk ik door de ecologische successiestadia heen. Maar het is ingewikkelde materie (waarover ook nog heel wat onzekerheid bestaat), vandaar het experiment want zo kan ik zelf zien hoe dat gaat. Bovendien is het gewoonweg leuk. Maar er zit dus een enorm technisch verhaal achter, maar in de praktijk is dat gelukkig niet zo ingewikkeld. Dus deze keer hou ik het even simpel: ik beschrijf mijn aanpak ervan om je te laten zien wat het is en hoe het in zijn werk kán gaan.

Voor degenen die ecologische of natuurlijke successie niets zegt: dit is hoe een biologische gemeenschap (van planten, dieren en micro-organismen) evolueert over tijd. Dat klinkt wellicht nog steeds als gibberish, maar het betekent kort gezegd dat ieder landschap uiteindelijk naar een bos verandert, mits het de tijd krijgt. Een grasveld gaat bijvoorbeeld over op kruidvegetatie, daarna naar struikgewas, struweel en ten slotte bos. Dit zijn dan ook stadia van successie. Kale zandgrond wordt bevolkt door allerlei onkruiden (pioniersvegetatie) en als je dat met rust laat, dan komen er na een tijd struiken en uiteindelijk bomen in. Zelfs een meer kent uiteindelijk een eindstadium als (vochtig) bos. Normaal duurt dit proces eeuwen, maar afhankelijk van de omstandigheden en zeker als de grond nog veel zaden bevat en/of de omgeving veel donormateriaal en organismen heeft (bijvoorbeeld in de tuin, bij een gazon waarin steeds allerlei ‘onkruid’ komt), dan kan het een stuk sneller gaan.

Ten eerste heb ik in de tuin, die afloopt naar de stoep, subtiel terrassering aangebracht om water beter te laten infiltreren (meer hierover schreef ik al eens hier). Om de bodem te verbeteren heb ik het eerste jaar een mengsel van eenjarige planten voor zandgrond ingezaaid. Daarover heb ik een heel dun laagje compost gestrooid. Dat zorgde voor een pioniersvegetatie, een vroeg stadium in de successie. Het resultaat zag er zo uit:

voortuin zomer 2012

Mijn voortuin, zomer 2012

eenjarigen voortuin 2012

Detail van de beplanting.

Aan het begin van het jaar erop heb ik de afgestorven planten tot op de bodem gesnoeid en al het snoeimateriaal op de grond neergelegd. Dit zorgde voor een verhoging van het organische gehalte in de grond, doordat de wortels ondergronds afsterven en uit die laag van plantenresten weer een grote hoeveelheid voedingsstoffen kan worden omgezet. Door de bodem te bedekken en te beschermen tegen het afvloeien (in plaats van infiltreren) van water, houdt de tuin zo veel mogelijk van de opgeslagen voedingsstoffen vast.

Daarna ben ik gaan aanplanten met een combinatie van kruidvegetatie en alvast een deel van het stadium erop, de struikvegetatie. De voortuin was toen dus een kruid/struikvegetatie, die ik qua planten grotendeels baseerde op de dichtbij gelegen duinen (ongeveer zelfde omstandigheden), aangevuld met droge-tuinkruiden zoals lavendel (superplant om mee te mulchen) en meerjarig bonenkruid. Doordat de bodem al een beetje organisch materiaal bevatte konden deze planten goed gaan groeien. Het idee is ook dat planten hun eigen omgeving beïnvloeden, doordat ze samenwerken met specifieke bodemorganismen (vaak schimmels of bacteriën) en met hun wortels en bladsamenstelling invloed uitoefenen op de bodem, zodat ze andere planten kunnen overwinnen in de concurrentie. Vooral de zogenaamde ‘competitors’ en de ‘stress tolerators’, die je vooral in latere successiestadia tegenkomt, doen dit. Denk bijvoorbeeld aan berken, die snel groeien en met hun wortels een dik, zeer oppervlakkig wortelstelsel maken waardoor andere planten minder kans krijgen om te wortelen en voedsel/water te verzamelen. Of jonge eiken die met hun bladeren de zuurgraad van de bodem verlagen zodat zij er voordeel bij hebben ten opzichte van de planten uit eerdere successiestadia. Als je in een vroeg stadium van een ‘geschikte’ plaats voor dit soort planten, deze alvast neerzet, dan zal de plant dus de bodem beïnvloeden en daarmee het creëren van een geschikte plaats versnellen. Technisch gezien is dat vaak precies wat in de natuur gebeurt: als je goed kijkt, dan zie je de jonge bomen vaak al stiekem tussen de rest van de vegetatie groeien. Tot slot, met meerdere (vooral kortlevende) stikstoffixeerders en planten met diepe wortels ertussen, zorgde ik dat de hoeveelheid voedingsstoffen verder versneld omhoog ging.

wpid-wp-1432800829948.jpeg

Mijn voortuin tijdens de herfst in, ik denk, 2013.

Alles wat ik snoei gaat op de bodem. Voorin wil ik dat de successie langzamer gaat (dus ik haal er veel plantmateriaal weg, wat ik achterin neerleg waar ik het sneller wil hebben), zodat ik langer een mooi droog, zanderig stuk heb waar ik weer hele andere planten kwijt kan. Want juist ook op schrale plekken zijn er veel mooie, wilde, eetbare planten te kweken. Er stonden ook veel tijdelijke planten, die ik afgelopen jaar steeds afgeknipt heb en op de bodem gelegd heb, net zo lang tot ze kapot waren. De opgeslagen stoffen en structuren komen dan de rest van het systeem weer ten goede, terwijl ik zo tegelijkertijd meer ruimte maak voor de groter wordende planten die het nu moeten gaan overnemen. Achterin, waar het meest bossige gedeelte moet zijn, leg ik ook steeds het snoeihout neer, zodat die voedingsstoffen vrij komen, schimmels daarop kunnen groeien en er allerlei diertjes zich kunnen verstoppen.

Er staat inmiddels een kleine appelboom, die het dusver al best goed doet. Langs de kanten staan verschillende fruitstruiken, die heggen naar de tuinen van de buren moeten gaan vormen. Er groeit ook een brem, een van de meerjarige stikstoffixeerders. In het midden staat een nu nog kleine toverhazelaar. Niet eetbaar, maar ik vond hem zo mooi dat ik zo’n beetje mijn voortuin er omheen ontworpen heb File:icon wink.gif Als hij straks groter is, dan wil ik er een klimplant doorheen laten groeien die eetbaar of nuttig voor dieren is, liefst allebei. Achterin, langs het huis, staat een rand van honingbessen, die nu ook nog klein en sprieterig zijn, maar flink hoog gaan worden. Én ze kunnen tegen de schaduw, die straks door de rest van de tuin afgegeven wordt. Het afdakje wordt langzaam begroeid door klimroos, kamperfoelie en clematis (die laatste is gewoon voor de mooi mrgreen). Dit voorjaar heb ik een wisteria uit mijn achtertuin naar voren verhuisd, zodat die de gevel kan begroeien en tegelijkertijd met zijn enorme bladval de bodem bedekt en van extra stikstof voorziet. De aarde is erg mooi daar trouwens, al goed kruimelig, licht en vochtig. De eerste mycorrhiza-paddenstoelen heb ik al gespot. Langzaam wordt het achterin struweelachtig, terwijl het voorin nu een mooie kruid/struikvegetatie is. Misschien dat ik over zo’n tien jaar zin heb in een nog meer bosachtige tuin, maar voorlopig is de successie nog lang niet zover. Intussen ben ik enorm benieuwd hoe het er van de zomer uit zal zien…

voortuin winter 2015

Voortuin vanaf het huis, afgelopen herfst (oktober/november 2015).

4 reacties op “Successietuin: van zandgrond naar een ‘bos’

  1. Liesbeth
    3 mei 2016

    Superleuke blog Iris. Ben zelf – in Groningen – ook met een dergelijk priveprojectje bezig. Naast professionele. Mooi om te zien hoe het langzaam maar zeker, stapje voor stapje meer in balans komt en meer eetbaar wordt. Ik ga je blog delen op onze Econiers-pagina. Groet. Liesbeth

    • Iris Veltman
      3 mei 2016

      Hoi Liesbeth, dank je wel voor je leuke reactie! Super dat je mijn pagina wilt delen. Ik ben nu wel nieuwsgierig naar jouw project 😉

  2. Pingback: Wat is successie? En wat betekent het voor ons? | Iris' Garden Ecology

  3. Pingback: Mijn voortuin | Iris' Garden Ecology

Laat een reactie achter op Iris Veltman Reactie annuleren

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: