Regentuintjes zijn makkelijk te maken en goedkoop, plus een prachtige kans om mooie, inheemse planten toe te passen. Hier een paar tips voor hoe je je eigen versie kunt maken.
Zoals je hierboven ziet zijn adderwortel (Persicaria bistorta), engelwortel (Angelica soorten) en kattenstaart (Lythrum salicaria) geschikt. Andere mooie zijn lange ereprijs (Veronica longifolia), geitenbaard (Aruncus), moeraswolfsmelk (Euphorbia palustris) en sleutelbloemen (Primula).
Hoe groot (dan heb ik het over de oppervlakte, niet de diepte) een regentuintje moet zijn hangt af van jouw grond. Heb je zandgrond waarin water snel wegloopt? Dan is een klein stukje voldoende. Heb je zware klei? Dan heb je een groter oppervlak nodig, eventueel met bodemverbetering. Hoe goed water in je tuin wegloopt, kun je o.a. testen met de emmertest. Als je niet zeker bent, dan kun je het beste niet een groot dak maar een schuurtje erop aansluiten, en/of een zogenaamde regenpijp-onderbreker gebruiken om af te koppelen, die je dichtklapt op het moment dat er wel erg veel water valt.
Emmertest
Benodigde berging berekenen:
Websites:
Pingback: Infiltratievijver (semi-permanente vijver) | Iris' Garden Ecology