Iris' Garden Ecology

Blog. Want een betere wereld begint in de eigen tuin!

Wat ik leerde over compost maken in de industriële compostering

Zelf je groenafval composteren is duurzaam en bespaart geld. Het is niet moeilijk, toch gaat het regelmatig fout. Voordat ik me op tuinen richtte werkte ik in de afvalwereld en richtte ik me o.a. op het optimaliseren van de industriële compostering.

Industriële compostering is niet hetzelfde als wat er gebeurt in je tuin. Dat ligt vooral aan de temperatuur: die komt veel hoger. Zo moet een industrieel composteerder zijn compost pasteuriseren, wat betekent een hoop een X aantal dagen boven een bepaalde temperatuur moet zitten. Dat kan bij 50℃, 60℃, etc. Hoe hoger de temperatuur, hoe korter de tijd die nodig is voor de pasteurisatie. Waar komt die temperatuur vandaan? Puur van de werkende micro-organismen in de hoop: bacteriën en schimmels. Composteren is een proces dat onder zuurstofrijke omstandigheden gebeurt (is dat niet het geval, dan krijg je geen compost, maar vergisting – en een stinkende hoop). De micro-organismen werken samen zo hard, dat er veel warmte vrij komt. Dit gebeurt ook in je tuincomposthoop. Die kan ’s zomers best de 30℃ halen. Maar een industriële composthoop is veel groter en bereikt daardoor veel hogere temperaturen. Vaak zit er ook materiaal in dat je niet in je eigen hoop moet willen gooien (lees ook: Wat kan er wel en niet op de composthoop), zoals een vrachtwagenlading afgeschreven knakworsten. Dat soort voedsel bevat veel makkelijk te kraken voedingsstoffen. Nou, daar krijgen de micro-organismen het zeker warm van. En hoe warmer de hoop, hoe harder ze gaan werken. Meestal is in zo’n industriële hoop een goede pasteurisatie-temperatuur bereiken dan ook lang niet zo’n grote uitdaging als ervoor zorgen dat ‘ie niet in de fik vliegt! Ja, dat lees je goed. Industriële composthopen kunnen makkelijk in de fik vliegen als de warmte niet getemperd wordt. Om brand te voorkomen moet men water over de berg sproeien. Vaak is het doel de berg onder de 80℃ te houden (of, afhankelijk van het materiaal, nog lager). En toch gebeurt het niet zelden dat de hoop alsnog brand. Allemaal door microscopisch leven!

Een industriële composthoop en een tuincomposthoop verschillen dus qua temperatuur. Dat betekent dat ze ook deels verschillen in de organismen die voor de afbraak zorgen. Compostering is vooral het werk van micro-organismen. In een industriële hoop wisselt dit tussen bacteriën en schimmels, afhankelijk van het materiaal en de temperatuur. Als het heet wordt, nemen hittebestendige soorten het over. De rest maakt sporen of gaat dood (want: pasteurisatie). Daarom zitten in industriële compost achteraf relatief veel hittebestendige bacteriën, die je in tuincompost en – naar ik vermoed, de bodem – veel minder zult treffen. In onze tuincompostering en bodem concurreren namelijk allerlei soorten met elkaar, want hier kunnen ook hittegevoelige soorten gedijen. Daarnaast is een composthoop in de tuin een biotoop op zich. Allerlei geleedpotigen (zoals mijten, wormen en aaltjes) helpen het afval in stukken te knippen, zodat bacteriën en schimmels ze makkelijker verteren. En daar komen weer roofdieren op af. Naast dat je eigen compost maken goedkoper is en het minder energie verbruikt vanwege het uitblijven van transport en mechanische snufjes, is dit waarom ik er de voorkeur aan geef zelf in de tuin mijn GFT-afval te composteren.

Toch kan tuincompostering van industriële compostering leren. Een groot voordeel van industriële compostering is namelijk dat het gemonitord wordt, vaak op temperatuur en op de lucht die er (voor de zuurstofvoorziening) doorheen geblazen wordt. Daarnaast duurt het proces, vanwege de hoge temperatuur, een stuk korten (tot zelfs minder dan een week!) waardoor je snel veel data kunt verzamelen. Daarom onderzocht ik tegelijkertijd hoe we de industriële compostering konden optimaliseren én het composteren in mijn eigen tuin. Mijn tuincompostering verbeterde door wat ik leerde in de industrie en het industriële onderzoek werd aangevuld met wat ik in mijn tuin had gezien.

Het eerste dat opviel in het industriële proces, was de invloed van water. Zodra de sproeiers aansprongen zag je de temperatuur omhoog schieten. Dat lijkt tegenstrijdig, maar het water zorgt ervoor dat de verteringsenzymen van bacteriën en schimmels beter kunnen verspreiden. Denk maar aan een broodje eten met een hele droge mond, versus als je goed gehydrateerd bent en voldoende speeksel aanmaakt. Dat laatste gaat makkelijker, toch? Dankzij water gingen de micro-organismen harder werken, waardoor ze meer warmte produceerden. Dat zag je terug in de temperatuur. In je eigen composthoop kun je hier gebruik van maken: af en toe een gieter water (als het erg warm en droog weer is, misschien een keer per dag) en je compostering gaat een stuk sneller. Aan de andere kant: verzuip de boel niet! Het effect van teveel water zagen we ook gelijk terug in de temperatuur: die stortte in. Dankzij afkoeling door het water en afname van zuurstof, dus een afname van microbiologische activiteit. Het beste kun je je eigen hoop wat omwoelen of met een hooivork erin steken voordat je water geeft, zodat het goed binnenin doordringt en niet alleen langs de buitenkant wegloopt, en als het daar nat is stoppen.

Het tweede wat opvallend was is de invloed van het materiaal wat je erin stopt. Ik zei al dat bijvoorbeeld knakworsten veel makkelijk bereikbare voedingsstoffen bevatten, waar micro-organismen flink van eten en veel warmte produceren. Knakworsten hebben een hoge calorische waarde, dus daar krijgen micro-organismen veel energie van. Jammer genoeg voor ons tuiniers, ratten en muizen en allerlei plaagdieren lusten dat om dezelfde reden ook graag. Dat is dus een goede reden het niet in je eigen hoop te doen. Wat ook veel makkelijk bereikbare voedingsstoffen bevat, maar gelukkig niet zo interessant is voor knaagdieren (want: laag calorisch) is fijn en/of groen materiaal. Denk bijvoorbeeld aan grasmaaisel, groene bladeren of groente-snijafval. Dat verteren micro-organismen makkelijk, dus dat produceert veel activiteit, warmte en compost. Voor een industrieel composteerder is dit waar de meeste waarde in zit, want hier maak je dus gemakkelijk veel compost van. Logisch dat je dan gelijk je hele hoop eruit wilt laten bestaan. De temperatuur schiet in eerste instantie omhoog. Alleen… Daarna knalt ie omlaag. Want een beetje vocht en de hele hoop slinkt ineen, tot er geen kieren meer zijn waar zuurstof doorheen kan trekken. Gevolg: een zuurstofloze bende, en geen compost. Nog een probleem: de hoop houdt al het water vast en wordt daardoor enorm zwaar. Zo zwaar dat tijdens een proef de industriële deuren waar de compost tegenaan leunde, op het punt stonden het te begeven als we het niet vroegtijdig afbraken.

Wat minder interessant is voor een industrieel composteerder zijn takken en stronken. Dat grove materiaal is voor mirco-organismen niet 1, 2, 3 af te breken, dankzij het stofje dat hout juist zo sterk maakt: lignine. Vooral schimmels kunnen dit wel kraken, maar niet in een week tijd. Een berg met alleen dit materiaal ontwikkelt nauwelijks warmte, want: er valt weinig af te breken (dus weinig warmte-ontwikkeling en aan het einde weinig compost) en wat er wel aan warmte wordt geproduceerd, lekt makkelijk weg uit de hoop.

Dat fijne en/of groene materiaal en het grove, bruine materiaal lieten zien dat op zichzelf, ze slecht zijn om volledig een hoop mee te maken. Maar samen: goede temperatuurontwikkeling, snelle compostering, aan het einde compost. De onverteerde stronken en takken konden terug de compost in, want ze bevatten micro-organismen die een nieuwe hoop snel op gang brengen. Waarom doen ze het apart niet en samen wel? Eigenlijk heel simpel: het fijne/grove materiaal zorgt voor voedsel en houdt vocht vast, het grove materiaal houdt het luchtig. Zo klinkt de hoop niet makkelijk in. Dus meng ze: dan kunnen lucht en water door je hoop heen trekken en krijg je niet snel zuurstofloze omstandigheden. Best of both worlds, dus!


Vind je het nou nog steeds moeilijk, composteren, of zou je er graag meer over leren? – Sorry, even wat schaamteloze reclame – Ik behandel dit tijdens de basiscursus permacultuur in Haarlem. Voor de komende ronde, die op 8 maart start, is nog één plekje beschikbaar. Of houdt het aanbod van PermacultuurCentrum Haarlem in de gaten, want op 17 mei geef ik een workshop composteren.


Begin meteen met groeien!

Leer interactief en op eigen tempo.

7 reacties op “Wat ik leerde over compost maken in de industriële compostering

  1. groengenot
    24 februari 2020

    Weer een zeer interessant artikel Iris! Dankjewel! Het bevestigt weer eens wat ik al weet: ik ben goed bezig met mijn compost: keren en water toevoegen. Want daarna broeit hij zo erg dat er damp uitkomt als ik erin woel. Maar! Ik moet het veel meer doen! Ik ben een nogal luie tuinier, ook hier. Ik neem me hier en nu weer eens voor mijn compost wat meer te ‘soigneren’… 😊

    • Iris Veltman
      4 maart 2020

      Van de ene luie tuinier naar de ander: Laten we beide meer met met compost doe XD.
      Goed bezig!

  2. Zem
    24 februari 2020

    Ook ik maak al jaren mijn eigen luie, slow compost die nooit stinkt en na een jaar heerlijk donker materiaal oplevert.
    Je verhaal is heel duidelijk en voor mij toch weer heel leerzaam. Vooral het luchtig houden en in de zomer bewateren: daar kan ik best weer wat meer bewust aandacht aan schenken.
    Dank je wel voor dit glasheldere verhaal!
    Hartelijke groeten van Zem.

  3. Pingback: Textielverf van gft-afval | Iris' Garden Ecology

  4. Theo Wennekes
    14 september 2022

    Hallo Iris, je artikelen zijn erg interessant, maar wat ik mij afvraag hoe brandgevaarlijk is opgeslagen compost en dan moet je denken aan 200 k/ton, heeft dit voldoende brandbare delen om te ontbranden of moet er echt een ontsteker zijn, of is het überhaupt niet brandbaar?

    Met vriendelijke groet, Theo

    • Iris Veltman
      15 september 2022

      Hoi Theo,
      Is het echt al compost of is het nog aan het composteren? Ik probeer je vraag voor beide situaties te beantwoorden. Hoe brandbaar opgeslagen compost is hangt van een paar factoren af, grofweg aflopend in invloed:
      1) Hoe actief de compost is. Als je het omschept, begint het dan flink te walmen of niet? Die walm is het gevolg van de micro-organismen in de hoop, die zorgen voor activiteit en dus hitte die tot eventuele ontbranding kan leiden. Vooral vers materiaal (dus voordat het gecomposteerd is) is heel actief, maar ook als de hoop al wat ouder is kan het nog steeds flink walmen tot het echt uitgecomposteerd is (dat stadium heet rijpen). Als je compost van een compostboer haalt is het vaak nog actief en niet klaar met composteren, het rijpt nog. Er is in het rijpen-stadium minder brandgevaar dan aan het begin, maar het gevaar is er dus nog wel. Hoe actiever, hoe makkelijker ontbrandbaar.
      2) Hoe fijn en droog het materiaal is wat composteert: hooi (gedroogd gras!) bijvoorbeeld kan in brand vliegen als het als een grote hoop op een droge plek is opgeslagen. Fijner materiaal wordt sneller afgebroken dan grover materiaal (en is dus actiever), plus het kan zijn warmte minder goed kwijt.
      3) Hoe energierijk het materiaal is, zowel in een beginnende composthoop als in een rijpende. Veel mest erin, bijvoorbeeld, of bijvoorbeeld vleesresten e.d. (die je beter niet op een tuincomposthoop gooit ivm geur en plaagdieren maar die wel in industriële compost kunnen zitten). Veel eiwitrijk materiaal = makkelijker ontbrandbaar.
      4) Omstandigheden: een droge hoop in warme lucht heeft meer kans op ontbranding.
      Of jouw opgeslagen compost dus kan ontbranden hangt er vooral van af of het dus nog actief is, en als het nog actief is dus of er veel fijn, droog, eiwitrijk materiaal in zit en hoe je het hebt opgeslagen. Maar met een droge hoop die niet meer dampt is daar niet zo veel risico op, er zijn minder calorieën om het vuur te voeden. Toch zou ik er dan alsnog bijvoorbeeld geen vlam bij houden, want minder is niet niks.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Informatie

Dit bericht was geplaatst op 24 februari 2020 door in Bodem, bemesting, composteren en getagd als , , , , , , , , , .
%d bloggers liken dit: