In de categorie ‘Tuindagboek’ schrijf ik over wat me in de tuin is overkomen. Deze keer: een nieuwe voorjaarsbode?
Afgelopen week hadden we de schuifpui in de woonkamer op een kier gezet, zodat rooklucht van de over kon ontsnappen (geen zorgen, er was niks aan de hand, behalve wat lekkage op de ovenvloer wat ging roken). Door de kier kon je de regendruppels buiten in het donker horen klateren. Zo hebben we een paar uur gezeten, aan de eettafel en later op de bank.
De volgende morgen eet ik mijn ontbijt op de bank. Die kijkt uit over de tuin; goed zichtbaar door de schuifpui. In mijn ooghoek zie ik beweging. Ik kijk. Onderin de schuifpui loopt… een kleine pad. Een mannetje, misschien, die worden niet zo groot. Ik slaak een kreet – nee niet zoiets als ‘bah’, meer enthousiast ‘pad!’ Ik ren erheen. Het arme beest is zich in een kier aan het wurmen, waar ik hem nooit meer uit krijg. Ik pak zijn achterpootje en trek hem héél voorzichtig terug. Het beestje houdt zich goed vast, dus ik trek voorzichtig tot hij loslaat (sorry, padje! ik hoop dat ik je geen pijn deed! had je blijven zitten en raakte je verder verzwakt, dan was het gedaan geweest met je!). Versuft zit hij vervolgens in mijn hand. Man en zoon komen kijken. Zoon denkt dat hij dood is. Nee, ik voel zijn keeltje duidelijk op en neer gaan. Normaal zitten ze nooit zo rustig in mijn hand. Ik denk dat deze de hele nacht door de kamer heeft gelopen, op zoek naar de uitgang. Het hielp vast niet dat mijn kitten van 8 maanden ’s nachts in de woonkamer verblijft. Gelukkig smaken ze vies, padden. Tenminste, heb ik van horen zeggen 😉
Ik loop met de pad naar buiten. Halverwege de tuin slaakt hij een protesterende ‘kwaaak’ (hoewel, ik vind het meer op een piep lijken, maar dat zeggen padden nou eenmaal) en hij probeert halfhartig uit mijn hand te springen. We zijn er nog niet, dus ik hou hem in het kommetje tussen mijn twee handen. Bij de vijver maak ik plek op een steen die half in het water verzonken ligt. Ik zet hem er bovenop. Hij kijkt, hij doet een paar onhandige padden-stappen, stopt, kijkt, en doet er nog een paar. Ik laat hem maar even zitten. Als ik later kijk, is hij gelukkig verdwenen. Ik noem hem Fred, het lijkt te passen.
Twee jaar geleden zag ik, in het voorjaar, Archimedes de pad voor het laatst de tuin inspecteren, zoals ze daarvoor elk voorjaar deed. Zij was in mijn tuin de voorbode van de lente. Ik vermoed dat Fred iets soortgelijks aan het doen was, maar de verkeerde afslag heeft genomen. Is Archimedes, street-wise als ze was, ook een aantal keer overkomen. Enfin, een nieuwe generatie neemt het van haar over. Ze heeft flinke pootafdrukken achtergelaten om te vullen. Het voorjaar is alvast ingeluid, dit keer door Fred. Ik hoop dat ik hem nog vaak mag tegenkomen (en hem nooit meer hoef te laten schrikken).
Wat een leuk bericht! Ik woon vrij afgelegen, en wij hebben een mooie vijver. Iedere avond als we naar buiten gaan zitten er wel 5 tot 7 op padden mannetjes op het pad fier te wachten op een dame. We hebben een keer een padden dame moeten redden die ver van de vijver op haar rug lag, belaagd door meerdere mannetjes. Ze zou nooit overeind komen. Met zachte hand en onder zacht protest gekwaak van de heren hebben we haar bevrijd. Inmiddels zitten er minstens 2 padden dames met een heerschap op hun rug in de vijver, omringd door mannetjes die hopen alsnog een kans te maken!
Leuk verhaal! Mijn man bracht gisteravond na het uitlaten van de hond een padje mee, dat wilde naar binnen via de voordeur. Hij heeft hem in de achtertuin bij de vijver gezet. Mijn man raapt ook regelmatig dronken hommels, in het seizoen, en overstekende regenwormen van de straat en zet ze op een veiliger plek neer. De hommels krijgen soms in de tuin een druppel suikerstroop om op krachten te komen.
Zo tof! Hier nog geen enkele pad gezien dit jaar. Ik vrees dat de uitzonderlijke droogte van vorig jaar daar voor iets tussen zit. Onze poel heeft droog gestaan van eind mei tot eind december.