Iris' Garden Ecology

Blog. Want een betere wereld begint in de eigen tuin!

Permacultuur: deze twee sites gebruik ik standaard bij een ontwerp (in NL)

Aan een goed permacultuur-ontwerp gaat véél observatie vooraf (en ook tijdens en erna). Maar soms gaan gemak & beter inzicht mooi samen. Daarom kan een permaculturist deze sites maar beter kennen: de ene gebruik ik om het gedrag van water op de site/tuin te kunnen inschatten en de ander voor de bodemopbouw.

Een stukje bodemgeschiedenis

Je kunt de korrels op mijn hand zien zitten als je goed kijkt.

Een idee van de historie van je stukje grond is niet onbelangrijk: het kan informatie geven over de bodemopbouw, het gedrag van het grondwater en als je er voedsel wilt kweken is het handig om te weten of het niet toevallig verontreinigd kan zijn, wat je vaak kan achterhalen als je weet wat het was voor het de huidige bestemming kreeg. Maar je kunt alsnog voor verrassingen komen te staan. Dat overkwam mij bijvoorbeeld toen ik voor mijn PDC op een bodemmonster een soil jar test uitvoerde (de soil jar test gaat zo: je schept aarde in een glazen pot, giet er water bij en laat het bezinken; de lagen die zich vormen en de troebelheid van het water erboven geven je een idee van de samenstelling van de bovenste grondlaag). Dit was voor een site in Alkmaar, waarvoor ik uitgebreid verslag had gedaan over de verwachtte bodemopbouw aan de hand van de geologische geschiedenis. Het Pleistoceen is verantwoordelijk voor de zeeklei, waarop zich tijdens het Holoceen de ‘oude duinen’ afzetten, die steeds opbraken en weer elders vormden. Die duinen verstoorden de stroming van zeewater het land in en uit, zodat van de zee afgesneden delen in zoutwater- en getijde-vennen veranderden. Nadat de zeespiegel steeg brak een deel van die vennen op en zette zeeklei af; nieuwe duinen vormden en de oude werden bedekt onder zeeklei. Op basis daarvan zou je verwachten dat je in Alkmaar zware klei- en veengrond tegenkomt. Dat klopt ook – bij andere projecten in Alkmaar kwam ik vooral die klei tegen. Maar in de soil test voor mijn PDC-ontwerpsite gebeurde iets vreemds: er ontstonden geen verschillende lagen in het potje. Het water was na zo’n 24 uur wel aardig helder, dus echt kleiig kon het niet zijn. Er zat gewoon één hele dikke laag in het potje. Zand kon het niet zijn, want ik had moeten bikken om de grond uit de bodem te krijgen. Ik deed meer testen: ik pakte van meer plekken monsters, rolde het tussen mijn vingers tot een worst (als dat kan dan is het silt of klei) en wreef het over mijn handen. Het voelde korrelig en je kon de korrels met je blote oog zien. Ik rapporteerde mijn bevindingen en we waren het erover eens: de bovenlaag bestond volledig uit silt. Wat toch een beetje vreemd is in Noord-Holland, gezien je siltafzettingen vooral in het zuiden en oosten van Nederland treft.

Het resultaat van de soil jar test.

Bodemprofiel

Een verklaring voor de siltige site-test valt te halen uit het bodemprofiel. Zo’n bodemprofiel laat de verschillende lagen in de grond zien en op welke diepte ze voorkomen. Natuurlijk kun je om zo’n profiel te maken zelf in de weer met een bodemboor. Ik moet zeggen, ik heb het voor m’n opleiding eens gedaan, maar het is een zware klus waar je veel geduld voor nodig hebt… Of je kijkt bij de ondergrondgegevens op DINOloket. Als je de kaart van Nederland voor je hebt, dan kun je de zoekfunctie gebruiken (onderaan het linkermenu) om op bijvoorbeeld het adres te zoeken. Als je hebt ingezoomd, dan kies je aan de rechterkant voor ‘bodem- en grondonderzoek’. De bolletjes die dan verschijnen geven aan waar in de buurt een grondboring is gedaan en door erop te klikken krijg je de optie een bodemprofiel in te zien, of soms extra informatie, als dat ten tijde van die boring verzameld is.

Het bodemprofiel van mijn ontwerp-site zag eruit zoals hieronder. Zoals je ziet is de bovenste laag ‘anthropogenic’ (ik deed mijn PDC in het Engels, vandaar) wat wil zeggen dat deze door menselijke activiteit gevormd is. Waarschijnlijk is de bovenste grondlaag op deze plek opgespoten in het verleden, waarvoor van elders silt is gehaald. Maar je kunt ook zien dat nog geen twee meter eronder waarschijnlijk een laag klei en daaronder afwisselend fijne tot medium zand, klei en leem aanwezig zijn. Met deze informatie kun je inschatten hoe goed water kan infiltreren en tot welke diepte, hoe snel voedingsstoffen zullen uitzakken, welke planten het op deze grond goed kunnen doen en meer. Een soil jar test geeft waardevolle informatie en als je die test met de informatie van deze site combineert heb je een mooi compleet beeld van de situatie. Vandaar, handige site nummer 1: DINOloket.

‘Meest waarschijnlijke bodemprofiel, gebaseerd op boringen in de omgeving’

Hoogteverschillen en het gedrag van water

De tweede handige site voor een permaculturist: Actueel Hoogtebestand Nederland of ahn.nl. Serieus, de Amerikanen die mijn PDC gaven waren jaloers op de gedetailleerde informatie die wij op deze site gratis beschikbaar hebben. Aan de andere kant, zij hebben dan weer gratis isohypsenkaarten (isohypsen zijn hoogtelijnen), maar die heb je eigenlijk helemaal niet nodig als je de kaart van Actueel Hoogtebestand Nederland onder je ontwerp gebruikt. Als je via de ArcGis-viewer kijkt, dan zie je een grote kleurrijke kaart van Nederland. Links bovenin kun je het adres van je locatie invullen en dan zoomt de kaart daarop in; je kunt daarna verder in- of weer uitzoomen naar wens.

Één van de lagen die ik graag gebruik om het hoogteverschil op en rond een site te kunnen zien is ‘AHN2 maaiveld – Blauw/Groen/Oranje (Dynamische opmaak)’ – het maaiveld is de bovenkant van de bodem en dynamisch betekent dat de kleurcodering die van laag (blauw) naar hoog (oranje) gaat zich aanpast als je in- of uitzoomt. Dat is handig, want zo kun je zien hoe jouw site ligt ten opzichte van de omgeving – handig, want zo ontdekte ik laatst dat een tuin met wateroverlast het laagste punt in de buurt is – en door verder op de site in te zoomen kun je de hoogteverschillen, hoe gering in Nederland ook, zien in de verkleuringen. Hieronder zie je een printscreen van de site in Alkmaar: een grasveld (midden) omringt door fietpaden (o.a. de groene verticale baan rechts van het midden) en bosjes (de rode stroken), met rechtsboven die hoek van een woonwijk en linksonderin de sloot. Als er veel regen valt, dan laat dit beeld van hoogteverschillen zien dat het vanuit de woonwijk de site in zal stromen en in het midden onderin het (groene) fietspad op naar de sloot. Er zijn wat donkerder, groene plekken middenin het lichtere groen, wat betekent dat er op die plekken plasvorming kan optreden. De locaties van die plassen bleken precies te kloppen toen ik er na een regenbui ging kijken.

Printscreen van Actueel Hoogtebestand Nederland. In de tab ‘lagen’ heb ik hier gekozen voor AHN2 maaiveld – Blauw/Groen/Oranje (Dynamische opmaak)

Een handige laag is ook ‘AHN3 ruw – Hillshade’ als er bijvoorbeeld heuvels of duinen in de buurt zitten.

Met de hoogtekaarten van ahn.nl kun je goede inschattingen maken van hoe het water over je site stroomt en waar het zich kan verzamelen, zodat je je ontwerp hierop kunt aanpassen.


Ik hoop dat ik het je hiermee iets makkelijker gemaakt heb!

4 reacties op “Permacultuur: deze twee sites gebruik ik standaard bij een ontwerp (in NL)

  1. groengenot
    4 oktober 2018

    Wow! Uiterst professioneel! Ik vraag me af of er voor België ook zo’n sites bestaan.

  2. Bart
    26 oktober 2018
  3. Roger
    6 november 2018

    @ Bart: kan je daar op geopunt dezelfde gegevens vinden (als particulier) als wat Iris in Nederland heeft?

  4. Pingback: Regenwater opvangen – welke technieken en wanneer? [Een keuzediagram] | Iris' Garden Ecology

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: