In de categorie ‘Tuindagboek’ schrijf ik over wat me in de tuin is overkomen. Deze keer: fouten zijn leerzaam en soms een mooie nieuwe ontwikkeling!
Sorry, de kwaliteit van bovenstaande foto is… Nou ja, laten we zeggen dat ik al blij ben dat ik deze grote bonte specht herkenbaar heb weten te fotograferen. Vogels zijn mij en mijn camera normaal gesproken véél te snel af. Laat staan deze spechten, want die spurtten meestal in golvende vlucht weg nog voor ik doorhad dat ze er waren. Dat het me eindelijk eens gelukt is om een foto te schieten is dan ook meer te danken aan de aanhoudendheid van deze specht, dan aan mijn niet-zo-vlugge cameravaardigheden. Deze specht zit namelijk al zo’n twee weken bijna iedere dag in de tuin. En daar geniet ik van, want mijn missie deze winter was om van mijn tuin een nog groter vogelparadijs te maken dan voorheen.
De aanleiding was een uitje. Begin december zat ik een paar dagen in een huisje in de Leersumse bossen. Ik moest bijkomen van de werkdrukte en dat werkt daar het beste, middenin de natuur. Mijn zoontje was jaloers, tot hij hoorde dat mijn dagen daar uit wandelen, eten en slapen bestaan. Oh ja, en ik reed vaak op de step, want dat is heerlijk om te doen (en daarbij heb ik weinig last van astma, wat ik bij fietsen wel heb – tip om eens uit te proberen voor wie dat herkent). Ik betaalde zelfs niet voor wifi, zodat ik echt even helemaal in het groen zat. In het weekend kwamen mijn man en zoontje erbij en keken we samen door het raam naar de vele vogels die daar op het vogelvoer afkwamen. We spotten er nogal wat: merels, kool- en pimpelmeesjes, winterkoninkjes, een goudhaantje. Toen ik nog in mijn eentje in het huisje zat hoorde ik zelfs een paar keer een mannetjes-bosuil, die dat spookachtige -oe-oe-oe roept wat je vaak in films en dergelijke hoort – maar die liet zich natuurlijk niet zien bij het voedsel. Ik was wel sip toen we weer naar huis gingen en mijn zoontje ook. De vele vogels waren daar deel van.
Om het gevoel van Leersum vast te houden, besloot ik mijn tuin nog vogelrijker te maken. Nou is mijn tuin van zichzelf al een vogelparadijs. Merels, roodborstjes en meesjes zie ik dagelijks, er zit vrijwel altijd een heggemus op de grond te scharrelen, er woont een winterkoninkje ergens in het groen en dit najaar zag ik regelmatig staartmezen. Ik heb ook wel eens goudhaantjes, putters, huismussen, boomklevers, tortelduiven, vinken, spreeuwen en lijsters op bezoek. Één keer had ik zelfs een nachtegaal. Ze eten de zaden van de uitgebloeide bloemen die ik heb laten staan, bessen van de kamperfoelie, oude appels en insecten die zich op de basten en in de mulch op de grond hebben verstopt. Maar ik wilde meer. Dus vulde ik verschillende vogelvoeders met zaden en pinda’s, hing ik weer mijn vogelhuisje met meelwormen op het raam en strooide ik wat tussen de planten. Een pot vogelpindakaas en vetbollen liggen alvast in de kast voor als het minder regenachtig is. Ik bied altijd verschillend voer aan op verschillende plekken – dat trekt ook verschillende vogels. Door steeds een klein beetje neer te leggen en niet meteen grote bergen, hebben kauwtjes er bovendien minder interesse in. Het werkt – de tuin is een en al gefladder. Vooral de trouwe tuinbewoners zijn aanwezig, maar in grotere getale dan hiervoor. De vinken, huismussen en tortels laten zich nu ook dagelijks zien. Merels zijn er constant en op één moment telde ik er 7 tegelijk (niet gek voor een tuin van 66 m2). Ik zag zelfs voor het eerst een koperwiek.
De laatste weken zit er dus ook een grote bonte specht in de tuin. Dat is best gek, want ik heb niks opgehangen voor ‘m. Ik heb zo’n specht wel vaker in de tuin gezien, maar nooit meer dan even en zeker niet weken achter elkaar. Toch zit ‘ie er dagelijks. En inmiddels begrijp ik eindelijk waarom. Ik zag de specht bezig. Het leek alsof die pikte in een paal van mijn pergola. Ik keek wat beter. Zouden er beestjes in mijn pergola zitten, dat de specht zo pikt? Nee, het dier drukt iets tegen de paal. Het duurt even voor ik kan zien wat. Een bruin, eikelvormig ding? Nee, het blijkt een hazelnoot. En dan realiseer ik het me pas. Door alle werkdrukte van het najaar ben ik vergeten mijn hazelnoten te oogsten! Oeps! Een beetje laat nu, maar gelukkig hebben de noten alsnog een goede bestemming gevonden. De specht verzamelt ze, klemt ze tegen de pergola of een andere stam en zit er dan heerlijk rustig in mijn tuin van te eten. En nu heb ik een vogelparadijs dat misschien niet zo groot is als bij Leersum, maar met minstens even veel gasten aan het buffet.