Er vallen nu allerlei bessen en zaden te wildplukken! Hier alvast de buit die mijn zoontje, man en ik van de week hebben gescoord en wat we ermee doen.
De buit, van links naar rechts, met de klok mee:
Vlierbessen: hier kwamen we voor. De trossen zitten momenteel in de vriezer, want als je ze bevroren eruit haalt kun je de zwarte bessen zo van de takjes schudden. Je moet ze scheiden, want alle groene/rode vlierdelen zijn giftig. Ik maak er vlierbessiroop van: breng de bessen met wat water (50/50) aan de kook, laat het sudderen en zeef het. Door het donkerrode vocht meng je een zoetstof. Ik gebruik daarvoor rauwe honing: vlierbessiroop zou antiviraal en antibacterieel zijn en is bovendien rijk aan vitamine C. De honing is goed tegen keelpijn en zou (vanwege het rauwe) meer vitaminen en mineralen bevatten. Of vlierbessiroop ook echt werkt als we ziek zijn weet ik niet, maar het is in ieder geval wel lekker!
Rozenbottels: mijn zoontje wilde ze graag in de thee (en ik vind dat ook wel lekker). Ik snij ze open en doe ze in een koffiefilter (of een theezakje als je dat hebt). Nooit in een netje of een zeefje; er zitten gemene haren bij de zaden die irriteren in je keel. Mocht je er jam van willen maken, dan moet je die er eerst uitlepelen. Maar bij kleine bottels zoals deze blijft er dan weinig vruchtvlees over. Ook rijk aan vitamine C, trouwens.
Hopbellen: ook een plant die mijn zoontje voor de thee meenam (ik heb hem maar niet gezegd dat ik nog een voorraad gedroogde bellen heb liggen). Je droogt ze en als je ’s avonds moeite hebt met slapen, dan maak je er thee van. Lekker is anders, maar het helpt wel met slapen! Ik ben er niet helemaal gerust op dat hop goed is voor kinderen (veel&langdurig bedoel ik), dus mag hij het proberen met één belletje in zijn thee. Als hij lastig slaapt, pak ik voor hem liever kamille.
De laatste is niet echt een wildpluk, maar een verrassing toen we thuis terugkwamen: berglook. Een plantje dat sporadisch in het wild voorkomt, maar ik in mijn tuin heb geplant. Bovenop de stengels maakt het trossen broedbolletjes: piepkleine uitjes. Je kunt ze bakken en door bijvoorbeeld salade doen of uitplanten. Ik denk dat ik beide doe, want ik wil er graag meer.
We oogstten verspreidt, dus steeds slechts enkele trossen of vruchten per struik, zodat de vogels genoeg over hebben. En we hadden ook een hoop bramen en duindoornbessen, maar die zijn onderweg al in onze magen verdwenen 😋
Ik raap altijd hazelnoten van de bomen die vlak voor de ingang van het Amsterdamse Beatrixpark staan. Ze vallen af in trosjes waar een heel stel in zit. Ik laat ze drogen in de vensterbank en heb zo een prima hazelnotenvoorraad. De welgestelde bewoners (Apollobuurt) bekommeren zich er niet om.
Leuke traditie! Maak je er iets speciaals van, of gebruik je af en toe wat geroosterde hazelnoten in gerechten?
af en toe, want eigenlijk ben ik niet zo’n hazelnotenfan behalve in chocola. maar het is gewoon iets leuks.
Afgelopen week maakte ik al jam van vlierbes met wat bramen en rozenbotteljam. Gewoon een paar kleine potjes. De rest is voor de vogels. Dit voorjaar heb ik een beetje vlierbloesem gedroogd voor thee (lekker met gedroogd vijgenblad). De vlierbloesem heb ik ook gebruikt in ‘witte’ stoofpeertjes. Een droge Duitse/Oostenrijkse witte wijn met schijfje gember, citroenschil en kardemompeulen. Lekker!
Je kan ook van hazelnoten.lekkere spijs maken, net als van amandelen. Of verwerk ze in je zelf gemaakte granola.