In de categorie ‘Tuindagboek’ schrijf ik over wat me in de tuin is overkomen. Deze keer: nog even en ik kan met mijn leger de buurt veroveren…
Je kunt geen stap meer in de tuin zetten. Kikkertjes zo groot als een gewone vlieg huppen waar je maar kijkt. Sommige zijn padjes, die huppen niet, die kruipen. Door de tuin lopen kan niet meer zonder bij iedere stap eerst de tegel voor je uitgebreid te bestuderen.
Héérlijk, die kleintjes. Zelfs van binnen zie ik ze massaal over de patio springen/lopen. Het maakt me ook een beetje bezorgd. Het liefst zou ik ze allemaal in een terrarium stoppen tot ze grote, sterke Kikkers geworden zijn en ze dan pas vrijlaten zodat ze minder kwetsbaar zijn. Helaas, dat is natuurlijk geen optie. De al aanwezige kikkers en padden (ook hordes!), insecten, bosmuizen en die malle egel die op de één of andere manier toch ieder jaar in onze volledig ommuurde tuin weet te infiltreren lusten ze wel.
Zo kwamen mijn man en ik ook op een nieuwe discussie. In de zitkuil zitten ze óveral. Dat is niet zo gek, de vijver ligt er pal naast. Maar hebben ze daar wel genoeg beschutting, voedsel en water? In de muren zitten kiertjes en ik heb van oude tegels en stenen een speciaal paddenhotel gemaakt waar padden en kikkers inderdaad graag schuilen. Er groeien muurleeuwenbek en kruipklokje tussen de stenen. En meestal heb ik er ook wat potplanten met waterschaaltjes eronder. Is het daar veiliger dan in de rest van de tuin? Of is het te open, is er weinig water en kunnen ze er geen kant meer op? De paddentrappetjes van stenen werken wel voor hun grote soortgenoten, maar voor die kleintjes? Mijn man denkt dat ze er vastzitten.
Soms laat ik mini-kikkers in de zitkuil op mijn hand springen en zet ze in de takkenrillen, in het groen of bij een hoopje stenen uit. Of zitten daar meer roofdieren? Dan twijfel ik weer of dat verstandig was. Een deel laat ik dus sowieso in de zitkuil. Verspreiding is hoe soorten in de natuur overleven, dus hun beste kans is alle hoekjes te verkennen. Hoe dan ook zitten ze al door de hele tuin – en ook in de hele tuin zitten dieren die ze eten. Dat weet ik, want het hele voorjaar werden we al van alle kanten door kikkers en padden besprongen, zo vaak dat het niet eens meer bijzonder was (nou ja, altijd wel een beetje). Ik heb gelezen dat ze vaak na 2-3 jaar terugkeren, vaak naar waar ze geboren werden, om zich voort te planten. Dat lijkt met mijn amfibieënvrienden ook zo te zijn, want nog nooit was de tuin zo druk. Dat waren de kleintjes waar we jaren geleden van genoten. Ik ben benieuwd hoe groot mijn plaagbestrijdingsleger over nog eens 2-3 jaar is.
Wat een luxe Iris, jij hebt vast geen (of veel minder) last van slakken in je tuin. Het haalt zelfs krant dit jaar. Ik ben jaloers, wij krijgen dat met onze drie katten niet voor elkaar. Achteraf gezien hadden we beter voor geen of minder katten gekozen, maar ja achteraf gezien is alles altijd makkelijker. Ik lees je verhalen in ieder geval met veel plezier!
Je zou het denken, maar helaas is het hier niet anders. Ook een hoop slakken alsnog. En om de een of andere reden hebben ze het dit jaar gemunt op planten die ze normaalgesproken niet lusten, zoals mijn mooie salie.
Maar goed, met dit nieuwe leger in training maken we daar volgend jaar gehakt van!