In de categorie ‘Tuindagboek’ schrijf ik over wat me in de tuin is overkomen. Deze keer: ik begin een trend te zien in mijn Tuintelling.nl bevindingen.
Met enige regelmaat vul ik eens een telling op Tuintelling.nl in. Deze winter tel ik alleen de vogels. Maar ik begin me af te vragen of dat nog wel nodig is, tenzij ik iets afwijkends zie – meestal zijn het the usual suspects die in mijn tuin rondfladderen. Zo zijn er drie koolmeesjes waarvan twee een nestje aan het maken zijn in een vogelhuisje. Tot nu toe is op één keer na ieder jaar dat vogelhuisje gebruikt. De opa van mijn man maakte het voor ons en ondanks zijn overtuiging dat er toch geen vogeltjes in zouden komen is dit huisje nog altijd favoriet. Er zijn (ook) drie merels; een vrouwtje en twee mannetjes. Ze komen voor de bessen van de kamperfoelie en de beestjes tussen de mulch, maar willen niet delen. Daarom hippen ze de hele tuin door, achter elkaar aan. Of ze zoeken naar nestmateriaal en, als het wat warmer wordt, dan badderen ze in de vijver. Dan komt er nog, ieder jaar rond deze tijd, een stel tortelduiven dat mijn tuin wellicht iets te romantisch vindt. Ik weet niet wat het is, maar die pergola is hun vaste plek voor getting it on…
Er is een groepje huismussen dat onder de dakpannen woont. Ééntje noemen we het Iris-musje, die maakt altijd een heel tuintje voor haar dakpan in de dakgoot – haar buurman noemen we het Bob-musje, naar onze buurman, omdat die steeds de plantjes uit zijn eigen ‘tuintje’ trekt (zowel de mussen- als de mensenversie). Het hele groepje, wisselend tussen drie tot zeven musjes, zit het liefst uren in mijn kamperfoelie te kwetteren terwijl een paar in de struiken en op de grond zoeken naar eten. ’s Zomers wachten ze naast de vijver om zich om de beurt te wassen. Één heggemusje is de uitzondering; die verstopt zich steeds tussen de planten en is altijd alleen.
Het leukste vind ik nog die hele kleine vogeltjes: de drie tot vier pimpelmeesjes die acrobatische toeren uithalen om mijn planten aan hun periodieke beestjes-controle te onderwerpen of het winterkoninkje dat steeds in mijn voortuin zit te kwetteren – ondanks dat die boos wordt als ik langsloop. Mijn favoriet is nog het roodborstje – ik heb er altijd ten minste één – die altijd wel ergens in de tuin zit, de andere vogels observeert en als het rustig is de voederplaatsen komt bezoeken – en steeds bij me komt kijken als ik in de tuin ben. Als ik beweging zie is het vrijwel altijd wel één van deze vaste bezoekers of bewoners.
Ik weet niet of Tuintelling.nl er nou nog veel aan heeft dat ik deze vogels week in, week uit opgeef. Het leuke is wel dat ik de specifieke dieren steeds beter leer kennen, vooral aan hun gedrag. De manier waarop ze vliegen en in welke planten ze zitten zegt me vaak al genoeg. En het is toch gezellig zo, van die vaste ‘vriendjes’ in je tuin – wetende dat je voor deze beestjes een verschil maakt.
Wauw, die foto!
Ik heb hier zitten lezen met een glimlach, zo gezellig al die vriendjes in jouw tuin…
💚
Dank je wel 🙂
Probeerde ‘m eerst na te tekenen, maar dat werd keer op keer meer een dikke kip dan een merel XD
Ik zie sinds vorig jaar een fikse kentering, door het introduceren van een vijver zie ik toch echt meer vogels. Zo wist ik al jaren dat er Goudhaantjes in de tuin zaten, maar ik zag ze pas in levende lijve aan de vijver.
Prachtige vogeltjes, wat leuk dat ze zich bij je vijver laten zien 🙂