Iris' Garden Ecology

Blog. Want een betere wereld begint in de eigen tuin!

Hoe help je vlinders? Een case study

Tijdens het wandelen stuitte ik op een heus vlinderwalhalla middenin een natuurgebied. Qua schaal niet gemakkelijk om 1 op 1 te kopiëren, maar desondanks inspirerend, leerzaam en een goed voorbeeld van wat je nodig hebt om het die fladderende schoonheden zo goed mogelijk naar de zin te maken. 

Bovenstaande foto, van een hooibeestje op ezelsoor, maakte ik – tot mijn eigen verbazing – in mijn eigen voortuin. Heel ver woon ik weliswaar niet van de duinen, maar een hooibeestje heb ik rond mijn huis nog niet eerder gezien. Hij was ook nog eens erg eigenwijs: telkens als ik te dichtbij kwam met de camera vloog hij weg, dan fladderde even rond en streek dan neer op een andere plant in mijn tuin. Eigenlijk was hij niet weg te krijgen – hoewel ik dat sowieso niet wilde, natuurlijk. Waarom zat hij ineens daar? Ik heb wel een aantal typische duinplanten in de tuin, maar behalve duizendblad (die bij mij nog niet bloeit vanwege de ‘Chelsea Chop’) heb ik geen van zijn favorieten in de tuin. Nu heb ik wel een aantal typische duinplanten staan en is hooibeestje niet zo enorm kieskeurig qua nectarplanten, maar ik heb geen geschikte grassen (de waardplanten voor de rupsen van het hooibeestje) – dat ezelsoor en om de één of andere reden kool zijn primaire landingsbanen leken wekte bij mij verwondering (heeft hij toevallig gehoord dat kool een superfood is? – sorry). Blijkbaar was er dan toch genoeg lekkers voor dit exemplaar. Bovendien zoeken ze warme plekjes, maar misschien is dat wel precies waar mijn voortuin aan voldoet, met de bijna-asfalttuin van de buren in de volle zon (opslag van warmte) pal ernaast.

Ik ben de laatste tijd veel bezig met het ontwerpen en versterken van tuinen die (onder andere) veel vlinders moeten trekken. En soms loop je dan toevallig ergens tegenaan dat precies aansluit op waar je mee bezig was en dan denk je ineens: wauw! Dat gebeurde me afgelopen vakantie. Mijn man, zoontje (slapend in de kinderwagen) en ik waren aan het wandelen door het natuurgebied van Vijftig Bunder, toen het me opviel dat er een vlinderplant stond. En nóg een. En nog een. Dus ik stopte (man met kind en -wagen merkte overigens niets en liep gewoon door). Aan de ene zijde van het smalle pad waarop we liepen: bos met een variatie aan bomen en een mengsel met bramen en brandnetels eronder. Aan de andere kant grasland, met hoe langer ik keek hoe meer voor vlinders aantrekkelijke planten. Die bloemen vormden een brede strook in het grasland, langs het pad en de bosrand – ingezaaid, denk ik. Een prachtig plekje en op een warmere, zonnige dag ongetwijfeld vol met veel meer vlinders dan ik op dat moment zag. Waarom ik dat denk zal ik hier d.m.v. een uiteenzetting proberen te laten zien. Daarbij richt ik me op dagvlinders die redelijk tot goed in de tuin voorkomen en laat nachtvlinders even achterwege – anders wordt dit wel een heel lang stuk.


De bloeiende strook aan de (bos)rand van het grasland. Zoals je kunt zien: heel wat kleurtjes en bloemen. Laat me een paar van de aanwezige planten uitlichten:

Speerdistel (Cirsium vulgare)

Bloeitijd: juni – augustus

Rupsen: distelvlinder

Nectarplant: distelvlinder, atalanta, dagpauwoog, gehakkelde aurelia, citroenvlinder, kleine vos, oranje zandoogje, bruin zandoogje en koevinkje – in mindere mate ook groot en klein koolwitje, kleine vuurvlinder [vlinderstichting] + groot dikkopje, zwartsprietdikkopje, grote parelmoervlinder, keizersmantel, hooibeestje, argusvlinder, oranje luzernevlinder, groot koolwitje, kleine vuurvlinder, koninginnepage [waarneming.nl]

Oranje havikskruid (Hieracium aurantiacum)

Bloeitijd: juni – augustus

Rupsen: –

Nectarplant: nectarplant voor meerdere zeer zeldzame vlinders [vlinderstichting] + zwartsprietdikkopje, kleine vos, argusvlinder, citroenvlinder, kleine vuurvlinder [waarneming.nl]

Duizendblad (Achillea millefolium)

Bloeitijd: juni – oktober

Rupsen: –

Nectarplant: atalanta, kleine vuurvlinder, bruin blauwtje [vlinderstichting] + zwartsprietdikkopje, kleine vos, landkaartje, kleine parelmoervlinder, bruin zandoogje, bruine vuurvlinder, icarusblauwjte [waarneming.nl]

Zandblauwtje (Jasione montana)

Bloeitijd: juni – augustus

Rupsen: –

Nectarplant: groot dikkopje, dagpauwoog, kleine vos, bruin zandoogje, oranje luzernevlinder, klein koolwitje, kleine vuurvlinder, bruine eikenpage, koninginnepage [waarneming.nl]

Dagkoekoeksbloem (Silene dioica)

Bloeitijd: mei – november

Rupsen: –

Nectarplant: oranjetipje, citroenvlinder, groot koolwitje, koninginnepage [waarneming.nl]

Gewone margriet (Leucanthemum vulgare)

Bloeitijd: mei – september

Rupsen: –

Nectarplant: aantal zeer zeldzame vlinders [vlinderstichting] + kleine vos, landkaartje, bruin zandoogje, distelvlinder, klein geaderd witje, klein koolwitje, kleine vuurvlinder, bruine vuurvlinder, icarusblauwtje [waarneming.nl]

Braam (Rubus fruticosus) – in de bosrand

Bloeitijd: juni – augustus

Rupsen: –

Nectarplant: atalanta, dagpauwoog, gehakkelde aurelia, groot en klein koolwitje, klein geaderd witje, bont zandoogje, kleine vos, oranje zandoogje, bruin zandoogje, koevinkje [vlinderstichting]

– atalanta, gehakkelde aurelia en bont zandoogje kunnen ook gebruik maken van het fruit

Rode klaver (Trifolium pratense)

– het roze in de overzichtsfoto is voornamelijk afkomstig van deze plant, maar ik kon er niet bij om er een foto van te maken.

Bloeitijd: mei – oktober

Rupsen: soms icarusblauwtje

Nectarplant: kommavlinder, groot dikkopje, zwartsprietdikkopje, dagpauwoog, kleine vos, hooibeestje, argusvlinder, bruin zandoogje, distelvlinder, oranje luzernevlinder, gele luzernevlinder, citroenvlinder, groot koolwitje, klein geaderd witje, klein koolwitje, bruin zandoogje, staartblauwtje, klaverblauwtje, kleine vuurvlinder, icarusblauwtje, koninginnepage [waarneming.nl]

Jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris)

– met daarop duidelijke sporen van een vlinder, namelijk de rupsen van de sint jacobsvlinder – die overigens tot de dagactieve nachtvlinders behoort

Bloeitijd: juni – oktober

Rupsen: –

Nectarplant: atalanta, icarusblauwtje, dagpauwoog, distelvlinder, oranje zandoogje, kleine vuurvlinder, bruin blauwtje [vlinderstichting] + kommavlinder, groot dikkopje, zwartsprietdikkopje, geelsprietdikkopje, kleine vos, koevinkje, landkaartje, grote parelmoervlinder, keizersmantel, hooibeestje, kleine parelmoervlinder, bruin zandoogje, argusvlinder, bosparelmoervlinder, bont zandoogje, gehakkelde aurelia, oranje luzernevlinder, citroenvlinder, groot koolwitje, klein geaderd witje, klein koolwitje, heideblauwtje [waarneming.nl]

Brandnetel (Urtica dioica)

Bloeitijd: juni – oktober

Ruspen: atalanta, dagpauwoog, distelvlinder, landkaartje, kleine vos, gehakkelde aurelia [vlinderstichting]

Nectarplant: atalanta, boomblauwtje, citroenvlinder, dagpauwoog, distelvlinder, bont dikkopje, zwartsprietdikkopje, eikenpage, gehakkelde aurelia, koevinkje, groot koolwitje, klein geaderd witje, klein koolwitje, landkaartje, oranje luzernevlinder, oranjetipje, kleine vos, kleine vuurvlinder, bont zandoogje, bruin zandoogje, oranje zandoogje [waarneming.nl]

Wilde grassen

Rupsen: argusvlinder (beemdgras, kropaar, ruwe smele), bont zandoogje (kropaar, kweek), bruin zandoogje, oranje zandoogje, dikkopje, zwartsprietdikkopje (gladde witbol, kropaar, pijpenstrootje), heivlinder, hooibeestje (beemdgras, kamgras, reukgras, zwenkgras), koevinkje [vlinderstichting]


Het is slim geweest om deze strook met bloemen aan de zijkant van het grasveld te situeren, langs de bosrand. Zodoende profiteren de soorten die als rups op de grassen leven van de bloemen én de soorten die afhankelijk zijn van het bos en de bosrand, naast de soorten die als waardplant één of meerdere van de in de strook bloeiende planten gebruiken. Die laatste groep kan als rups afhankelijk zijn van brandnetels, maar ook de bloemknoppen of het fruit eten van bepaalde bosplanten (zoals sporkehout, hulst en klimop, o.a. het geval bij boomblauwtje of hop, ribes-soorten, wilg bij gehakkelde aurelia), als vlinder rottend fruit en honingdauw drinken van de bladluizen die zich vaak verschuilen in boomkruinen (atalanta, gehakkelde aurelia, bont zandoogje) of ze verpoppen in bomen, zoals het dagpauwoog. Het bos vormt daarnaast met boomwortels, afgevallen bladeren en takken veel mogelijkheden voor de overwintering.

Maar ook qua ligging is de bloeiende strook perfect: in de luwte van het bos ligt de bloeiende strook lekker warm en zijn de grassen aantrekkelijker voor o.a. koevinkje. Dankzij het bos ontstaan er (half)schaduwrijke en meer vochtige plekken naast het zonnige, warme grasland, waar meerdere vlinders de voorkeur aan geven bij het afzetten van de eitjes op brandnetels (gehakkelde aurelia bijvoorbeeld).

Hoe vertaal ik dit naar de tuin? Ten eerste: de bloeiende strook zal een ander maairegime kennen dan de rest, wat relatief makkelijk is om ook in de eigen tuin te gebruiken voor meer biodiversiteit. In steeds meer gemeentes zie je het tegenwoordig hier en daar ook: dan maaien ze slechts een deel van de berm of ze maaien delen om de beurt, zoals bij riet ieder jaar een ander stuk zodat ze bijvoorbeeld een 3-jarige roulatie maken. Zo laat je de vegetatie toch verder ontwikkelen naar kruidachtig en behoud je tegelijkertijd toch gras, maar je zorgt ook dat het na een tijdje toch weer wordt teruggezet naar het beginstadium. Een deel van een gazon inzaaien met een speciaal vlindermengsel en naar de voorschriften (die er vaak bij geleverd worden) maaien geeft mooie resultaten – bovendien hoef je dat meestal minder te maaien en te onderhouden dan een gazon. Ten tweede: het combineren van verschillende vegetatietypen kan lonen. Een bosachtige of struweelachtige tuin, een struikengedeelte of een losse haag kunnen bijvoorbeeld goed met een warme, open bloemenplek worden gecombineerd. Dat brengt mij op het derde punt: mulch, takkenrilletjes, blad- en/of takkenhoopjes kunnen, zelfs als je het maar op één plekje doet en de rest van de tuin netter wilt houden, toch een bijdrage leveren voor het overwinteren van rupsen en vlinders. Ten vierde, wellicht wel het belangrijkste punt, wat dit duidelijk laat zien is: zonder rupsen, geen vlinders. Wil je dus graag (meer) vlinders in de tuin, zorg dan voor alle stadia, niet alleen de vlinders zelf.

Wat helaas niet snel haalbaar is in een tuin, is het voorzien van rupsen van waardplanten als dat grassen zijn – voor veel van deze soorten, zoals bijvoorbeeld het koevinkje, geldt namelijk dat ze in grote groepen leven en dus een groot oppervlak met veel grassen nodig hebben. Waarop in dit stukje natuurgebied juist duidelijk is ingezet. Toch kun je er wel iets uithalen voor de eigen tuin. In bermen is dit vaak al veel beter haalbaar. Heb je veel stroken in de buurt met wilde grassen en wilde bloemen erin, dan heb je grotere kans dat je die grasland-soorten wel als vlinder naar de tuin kunt trekken door voor hen geschikte nectarplanten te kiezen. En als het allemaal wel erg netjes gemaaid wordt in de buurt, misschien zijn medebuurtbewoners en de gemeente dan wel ervoor te porren delen in te zaaien of niet steeds mee te nemen als de rest getrimd wordt.

15 reacties op “Hoe help je vlinders? Een case study

  1. Dit is op Groeten uit #Tienen herblogden reageerde:
    In de rubriek https://groetenuittienen.blog/category/maak-tienen-aangenaam-en-leefbaar/
    Kunnen zulke artikelen van belang zijn om de bevolking van Tienen te stimuleren om allerhande initiatieven te nemen om onze stad mooi en aangenaam te maken.
    Kennis van de natuur is daarvoor uiterst belangrijk van daar deze herblog.
    Groetjes
    Theo Herbots

  2. groengenot
    7 juli 2017

    Wauw, wat een interessant artikel weer!
    Een vraagje : iemand van Velt meende dat Oranje havikskruid een exotische invasieve zou zijn. Weet jij of dit zo is? Mij lijkt die toch wel heel positief te zijn.
    Ik las ook je artikel in Seizoenen over water in de tuin. Tof, echt tof! Wij hadden ook wateroverlast in de tuin en groeven een poel. Nu is onze tuin daardoor zoveel rijker geworden! Of hoe een lastige situatie toffe kansen kan geven…🙂

    • De Fruitberg
      7 juli 2017

      De plant wordt beschouwd als ingeburgerd, is afkomstig uit Noord-Europa

      Voor wat betreft vlinders: je kan best ook een stukje voorzien voor éénjarigen, dat is ook een andere vegetatie waarmee je vlinders kan lokken

    • Iris Veltman
      7 juli 2017

      De Fruitberg was mij net voor met een antwoord.
      Maar wat leuk zegf dat je mijn stukje voor seizoenenj hebt gelezen:). Wat een mooie oplossing die poel. k Ben eigenlijk wel benieuwd naar foto’s.

      • groengenot
        11 juli 2017

        Hey Iris, vorig jaar volgde ik de poel elke maand. Op de bog kan je foto’s zien in de rubriek maand na maand. 😉

  3. zem
    8 juli 2017

    Leerzaam stuk weer!
    Zo belangrijk hoe je een tuin aantrekkelijk kunt maken voor vlinders, en niet te vergeten hommels en bijen en andere insecten.

  4. Tom
    9 juli 2017

    Hi Iris,

    De vlinder op je eerste foto is geen hooibeestje. Dat is een bruin zandoogje.
    Heel fijn stuk weer. Ik ben dol op vlinders en probeer mijn tuin zo vlindervriendelijk mogelijk in te richten.

    Groetjes,

    Tom

    • Iris Veltman
      10 juli 2017

      Krijg nou wat….wat lijken die twee vreselijk veel op elkaar! Je hebt helemaal gelijk zie ik 🙂
      Ja, altijd leuk vlinders in de tuin!

      • Tom
        27 juni 2018

        Hi Iris,

        Kleine update van mijn kant. Ook ik wil veel vlinders (en bijen, hommels, insecten, vogels,..) in de tuin. Heb een tweetal weken geleden een vaste planten border (zeker zo’n 40 vierkante meter in totaal) aangelegd met inheemse en uitheemse planten waarvan bekend is dat ze vlinders, bijen, hommels en andere insecten aantrekken. Onder andere: verbena bonariensis, echinacea, veronica longifolia, salvia nemorosa, leucanthemum, sedum spectabile, nepeta, lythrum salicaria, koninginnekruid, buddleja, agastache, sanguisorba, malva, scabiosa,…

        De border is nog maar twee weken geleden beplant dus de plantjes zijn nog maar zielig klein natuurlijk. 🙂 Maar enkelen beginnen nu stilletjesaan wat bloemen aan te maken en het ziet er al mooi uit (alleen nog wat kaal).

        Vandaag op deze zonnige hete dag (border ligt echt pal in de zon) heb ik al 16 soorten dagvlinders geteld en het is een gefladder van jewelste. Ben eens benieuwd wat dat gaat geven als de border binnen een jaar of twee volwassen en dichtgegroeid is!

        Heb verder ook al heel wat waardplanten voor vlinders in de tuin gezet de voorbije jaren en er gaan nog vele vele vele bloemen (dracht- en waardplanten) bijkomen de volgende jaren. Het is een werk van lange adem 🙂

        Ben een gelukkige (ecologische) tuinier vandaag. 🙂 Kan me niet voorstellen dat je van een saaie tegel/buxustuin zo kan genieten.

        Groetjes!

        Tom

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Informatie

Dit bericht was geplaatst op 7 juli 2017 door in Ecologisch tuinieren en getagd als , , , , , , , .
%d bloggers liken dit: