Iris' Garden Ecology

Blog. Want een betere wereld begint in de eigen tuin!

Op tuinsafari

Wat vliegt en kruipt er eigenlijk rond in mijn tuin en wat zegt dat eigenlijk? Dat vraag ik me regelmatig af. En dus: op een zonnige dag – met camera en héél veel geduld – ging ik hup de tuin in om het te onderzoeken.

Veel dieren ontdek je pas als je echt goed de tijd neemt om te kijken. Wat lijkt op kleine vliegjes, blijken mini bijen te zijn. Waar eerst alleen de enorme hommels en zoemende bijen opvielen, komen nu ook kleinere, meer onopvallende bijen in beeld. Zelfs zweefvliegen, waarvan ik op het eerste gezicht dacht dat het dezelfde waren, bleken toch verschillend. Maar dat laatste zag ik pas toen ze eindelijk lang genoeg stil zaten om gefotografeerd te worden. Ik word er steeds beter in om de insecten in de tuin te herkennen, maar ik ‘zie’ er ook steeds meer (en dat staat tussen aanhalingstekens omdat je over ze heenkijkt tot je je bewust van ze wordt, vooral die hele kleintjes – of je dacht dat het allemaal dezelfde soort waren, tot je er langer naar keek). Er blijkt zo veel meer de tuin te bewonen en te bezoeken dan op het eerste oog lijkt en het loont om ze te leren herkennen – het zegt wat over de tuin. Foto’s helpen een hoop, maar ze maken is zo makkelijk nog niet; het betekent toch vooral je camera lang genoeg op één plek houden, zodat ze hem negeren en eindelijk dat zenuwachtige, schichtige gedrag laten varen.

Een tuinbladsnijder op één van de (vrijwillig gekomen) soorten klokjes (in dit geval Campanula poscharskyana) in mijn tuin. Grappig om te zien is dat dat kontje steeds in een kromming omhoog wipt als de bij op deze manier een bloem induikt, alsof hij zijn evenwicht moet bewaren. Ik had ze daarom al de bijnaam ‘wipkontjes’ gegeven. Deze soort had ik vorig jaar ook al in de tuin gespot, toen met voor zo’n beestje best grote stukjes afgesneden blad. Dat gebruiken ze om de wanden van hun holletje mee te bekleden, dat in allerlei holtes, zoals holle stengels, gaten en insectenhotels kan zijn. De naam tuinbladsnijder past daarom goed, net als de groep waartoe ze behoren, de behangersbijen. Mijn klokjes op dit moment worden gretig door ze bezocht, dus er zullen aardig wat holletjes in de buurt beschikbaar zijn.

Nog een bezoeker van de klokjes: een (terrasjes?)kommazweefvlieg. Kijk naar de tekeningen op zijn achterlijf (de gele delen lijken op komma’s). De larven leven van bladluis, de volwassen exemplaren van nectar.

Hier een hele andere zweefvlieg op het rooster boven de vijver: de gewone pendelzweefvlieg. Let op de verticale strepen op zijn rugschild en de tekeningen op zijn achterlijf, die heel anders zijn dan die van de terrasjeskommazweefvlieg. De larven van deze soort leven in organisch materiaal in het water, wat de aanwezigheid van deze zweefvliegen bij de vijver verklaard.

Nog een gewone pendelzweefvlieg op het blad van de waterlelie.

In mijn tuin zie ik vooral azuurjuffers en ook lantaarntjes zoals deze op de stengels van de pitrus. Zoekt water en is hier niet heel erg kieskeurig in, hoewel oevervegetatie de voorkeur geniet (makkelijker eitjes afzetten en uit het water klimmen, kan ik me zo voorstellen). De larven leven in het water van allerlei prooien, waaronder muggenlarven en worden zelf weer door vissen en grotere waterinsecten gegeten.

Volgens mij is dit een grote roodoogjuffer (vrouwtje) op rode spoorbloem. Volgens Libellennet komt deze voor op allerlei stilstaande wateren met uitgebreide drijvende vegetatie. Gezien de nabijheid van een grote vijver met oevervegetatie (en veel alg) weet ik niet of deze juffer hier zit vanwege die waterpartij of mij eigen, maar een mooie is het wel.

Weinig introductie nodig lijkt me, het lieveheersbeestje. Wat wel een leuk weetje is, voor wie dat nog niet weet, is dat het vooral de larven zijn die veel bladluis eten. Het volwassen lieveheersbeestje eet bladluis, maar ook nectar van bloemen zoals deze wilde cichorei als die straks in bloei gaat.

Deze knuffelige punker is volgens mij een witbaardzandbij. Ze vliegen op allerlei kruidachtigen (o.a. composieten en schermbloemen) en heesters, waaronder wilg. In mijn tuin heb ik ze ook massaal op de mispel af zien komen. Ze nestelen in relatief open, zanderige grond en gezien ik vlakbij de duinen woon is het dan ook niet echt verbazingwekkend dat ik ze in de tuin heb. Leuk vind ik ze wel. Hij is vrij klein en flink harig. It’s so fluffy!

Om deze foto te kunnen nemen, van een metselbij bij mijn insectenhotel, heb ik een tijd lang met mijn camera vlak voor het hout moeten wachten. Er zaten meerdere bijen bij, maar ze waren enorm schichtig en ik kon op geen andere manier in de buurt komen. Daarom ben ik blij dat deze foto gelukt is.

Hier komt een metselbij juist uit een (zelfgemaakt volgens mij, of misschien heeft een ander insect het eerder al gedaan) gaatje in het insectenhotel. Het is duidelijk te zien waarom het een metselbij genoemd wordt – het ‘metselt’ van modder de wanden van het gaatje dat ze gekozen hebben, zoals in het hout of de holle stengels van een insectenhotel. Deze en de hierboven genoemde bijensoorten zijn niet erg kieskeurig in hun plantenkeuze, wat verklaard dat ik ze veel zie in mijn tuin (die ligt in de buitenring van de stad).

Sorry voor de arachnofoben onder ons, maar ik vond dit wel een ontdekking. Makkelijk te vinden was dit tunnelweb niet, gezien hij gemaakt was tussen de stengels en bladeren van planten waar ik ze had aangebonden aan het plantenklimrek. Een mooi voorbeeld van dat verschillende structuren ruimte bieden aan verschillende dieren om er habitat in te vinden. De spin die het gemaakt heeft, wacht in de holte van zo’n tunnel op een hapje. En als je héél goed kijkt, dan kun je hem hier zien zitten…

Een microvlinder die ik helaas niet kon determineren. Microvlinders en nachtvlinders zie ik veel in mijn tuin. Ze komen veelal af op de planten, zoals kamperfoelie.

Volgens mij is dit een pottenbakkerswesp (let op de dunne taille). Het is een graafwesp-soort, die jaagt op spinnen! Ik kan me voorstellen dat ze aardig wat eten zullen vinden in mijn tuin. Ze maken een nest in bijvoorbeeld holle stengels of holtes in een insectenhotel en gezien deze vlakbij mijn insectenhotel zat zou het zomaar kunnen dat deze daarin zijn nest heeft.

Is het een bij? Ik denk het wel, maar ik weet het niet zeker op deze wilde bossalie (ook vrijwillig in de tuin gekomen). Heeft een van jullie een idee?

4 reacties op “Op tuinsafari

  1. De Fruitberg
    19 juni 2017

    Leuk, heh.
    Hier is het zelfs zo dat ik een grotere tuin heb opgezocht om de beestjes naar mij te kunnen lokken, zodat ik me niet langer moest verplaatsen om macrofotografie te beoefenen

    • Iris Veltman
      3 juli 2017

      Haha, dat is een goed idee zeg. t Is inderdaad wel zo leuk om al dat kleine leven bezig te zien 🙂

  2. zem
    20 juni 2017

    Erg leuk, om de insecten in je tuin in kaart te brengen.
    Wat veel verschillende soorten!
    Hartelijke grote, Zem.

    • Iris Veltman
      3 juli 2017

      Ben stiekem ook heel benieuwd wat er in de avond en nacht allemaal rond gaat in mijn tuin. Wie weet kampeer ik daar nog eens om ook daarvan te kunnen genieten 🙂

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: