Wat mij betreft valt er nog een hoop te leren voor ons permaculturisten onderling.
Waarschuwing: een lang stuk voor het weekend! 😉
Laat ik dit stuk eens beginnen met een anekdote. Ik heb milieukunde gestudeerd. Het allereerste blok draaide bijna volledig om het begrip duurzaamheid. We moesten allerlei definities leren (die van het Brundtland rapport met name), de verschillende invalshoeken en algemeen geaccepteerde invullingen begrijpen, zoals de triple P’s: planet, people en profit/prosperity (hé, klinkt dat niet bekend? als in zorg voor de aarde, zorg voor de mensen, deel de weelde? vast geen toeval). Vier jaar verder in de opleiding en de meningen verschilden nog steeds: wat is duurzaamheid nou eigenlijk? Sterker nog, toen we als klas (toen bestond de opleiding nog maar uit één klas) in jaar vier een zogenaamde duurzaamheidsscan aangeleerd kregen, waren we het massaal oneens met de leraren. Want hoe kan een bedrijf dat afhankelijk is van fossiele brandstof nou ooit duurzaam zijn? Of een bedrijf op basis van één onderdeel in het productieproces? Volgens de scan waren die bedrijven duurzaam, omdat ze meer winst genereerden dan dat ze aan schade toebrachten. We hebben letterlijk als klas dezelfde antwoorden gegeven: nee, een bedrijf dat van fossiele brandstof afhankelijk is kan niet duurzaam zijn. De scan zegt van wel? Dan klopt de scan niet. En hoe kun je ooit een goed oordeel geven als je maar één procesonderdeel kent?
Wij verschilden toen als collega-studenten onderling duidelijk van mening wat duurzaamheid betekende en toch was onze opvatting gezamenlijk weer heel anders dan die van onze docenten, die ons allemaal dezelfde begrippen hadden geleerd. Dat klopt ook wel: er is niet één definitie van duurzaamheid, hoewel die van het Brundtland rapport algemeen geaccepteerd wordt. Hetzelfde zie ik binnen permacultuur gebeuren: mensen zijn ermee bezig, vanuit diverse invalshoeken en wereldbeelden en met redelijk uiteenlopende verwachtingen. Daardoor pakt iedereen toch net weer iets anders op uit elkaars ideeën en varieert de invulling ervan. Is dat erg?
In de puurste zin is permacultuur een manier van ontwerpen, een handvat om een enorm scala aan technieken toe te passen, een overkoepelend idee om in een (meer) duurzame manier van voedsel te voorzien. Alleen, als je er eenmaal mee bezig bent, dan werkt het aanstekelijk. Dat heb ik zelf ook gemerkt. Ineens zie je overal om je heen mogelijkheden voor voedselproductie en verbindingen, maar al snel beperkt dat idee zich niet alleen tot voedselverbouwing en tuinieren. Hetzelfde gebeurde mij overigens met Cradle 2 Cradle, eenzelfde idee als permacultuur, hoewel meer gericht op industrie en bouw. Je bent ermee bezig, je leert en ineens zie je overal om je heen toepassingen. Dat is inspirerend en een geweldig, continue bewegend proces. Het wordt alleen steeds lastiger om uit te leggen wat permacultuur ook alweer precies is…
Dankzij de veelheid aan mensen die met permacultuur bezig zijn kunnen er nogal wat verschillende antwoorden komen op de vraag: wat is permacultuur? Vooral omdat het ook als meer vóelt dan alleen een manier van ontwerpen. Het is een breder idee en als ik het even mag zeggen: een van de onderdelen binnen een verschuiving van hoe wij de wereld om ons heen zien. Net als duurzaamheid en Cradle 2 Cradle. Er zijn hippies en professoren, wetenschappers en gevoelsmensen, hobbytuiniers en doordenkers, ontwerpers en engineers mee bezig (en dat zijn niet allemaal per se verschillende personen 😉 ). Wat verwacht je, anders dan dat dat zij allemaal hun eigen invulling geven aan een idee dat in origine hetzelfde is? En zo ontstaan er verschillende stromen binnen permacultuur, die het vurig met elkaar oneens kunnen zijn. Die discussie is goed, vind ik, ik ben helemaal vóór diversiteit en beperk mij daarin niet tot planten en dieren. Alleen kan die discussie vaak aanvoelen als een botsing tussen geloven en dát is iets wat ik nou echt om te huilen vind.
Als we elkaar nou niet meteen vertellen wat we fout doen en hoe het wél moet, dan kunnen we misschien zeker weten een hoop van elkaar leren. U schoffelt? Goh, waarom kiest u daarvoor? U graaft? Hé, dat is interessant, om welke redenen? U gebruikt machines? Wat was uw uitgangspunt bij dit ontwerp? En eventueel: weet u dat dit of dat ook anders kan, of hoe ik dat aanpak? De één eet vlees van konijnen die hij/zij zelf heeft grootgebracht volgens dezelfde principes als degene die zweert dat vegetariër (of veganist!) zijn de enige duurzame manier is hoe we met de natuur en grondstoffen kunnen omgaan. We hoeven elkaar niet meteen naar de strot te vliegen (zorg voor de mensen, weet je nog?), maar elkaars verschillende aanpak accepteren. Wat mij betreft is er niet één goede mogelijkheid, maar hangt dat volledig af van de situatie en de wensen. Uiteindelijk is iedere verbetering een verbetering. En mensen gaan niet in één keer volledig om! Het meest dramatische aan dit denken in dogma’s vind ik nog dat het mensen die volledig nieuw zijn voor dit concept afschrikt! Zo las ik een tijd geleden in het blad ‘De tuin op tafel’ dit fragment van een stuk van Angelo Dorny, waarbij ik echt even kwaad werd. Niet zozeer om wat hij zegt, maar om het beeld dat hij blijkbaar heeft gekregen. Én niet in de laatste plaats omdat een scala aan nieuwe mensen dit weer leest en denkt: permacultuur, dat is niets voor mij!
Dit was het fragment, dat ook online te vinden is:
“Permacultuur is meer dan tuinieren, het is een levenswijze, een ontwerpsysteem dat zich inmiddels meerdere domeinen heeft toegekend. Wie tuiniert en de regels van permacultuur in acht neemt is hoe dan ook ecologisch aan het tuinieren. Maar wie ecologisch tuiniert doet dat per definitie niet altijd volgens de standaarden van permacultuur. Ik behoor tot die laatste groep, die ecologisch tuiniert maar de bijkomende wetten en regeltjes die met permacultuur gepaard gaan minder adequaat opvolgt. Maakt dat van mij een slechter mens, en bij uitbreiding een slechte tuinier? Neen, want zeggen dat ik leef volgens de permacultuur zou even waardevol zijn als zeggen dat ik een vegetariër ben. Niet dus. In theorie pas ik wel alle gebruiken toe die bij permacultuur van toepassing zijn, als het tuinieren betreft tenminste. […] Wat maakt van mij dan geen mens die leeft zoals de permacultuur dat voorschrijft? Simpel: tuinieren is een kleine schakel in het gigantische ecologische wiel van permacultuur. Ik mag nog zo geboeid zijn door ecologie en de natuur, zonder actief de bijkomende aspecten van permacultuur na te leven blijft mijn bijdrage beperkt. Ik verbruik fossiele brandstoffen en ik leef – tot nader order – niet samen met een aantal mensen onder 1 dak of in een gemeenschap.” (Angelo Dorny)
Is dit de boodschap die we als permaculturisten naar mensen buiten ons en naar elkaar willen uitdragen? Willen we echt op eierschalen lopen en bij iedere overwinning, persoonlijk dan wel in de agricultuur, een berg aan kritiek over ons heen krijgen en gedemotiveerd raken door mensen die dezelfde ideologie nastreven, maar op een andere manier? Lijkt me niet. Juist die tegenpolen hebben we nodig. Want allemaal zien we er blijkbaar iets in en alleen samen kunnen we dat duidelijk aan de rest tonen. We kunnen boeren en overheden niet overtuigen zonder wetenschappelijke, harde onderbouwing en anderzijds hebben die weer de nudge, draagkracht en observaties nodig van de gevoelsmensen, hobbytuiniers en ervaringsdeskundigen om de mogelijkheden te onderzoeken. Diversiteit, dus!
Zo, ik had even een fris moment op de vrijdagmiddag 😉