In de categorie ‘tuindagboek’ schrijf ik over wat me die week in de tuin is overkomen. Deze week: mijn kat maakt ‘vriendjes’ met acrobatiek tot gevolg.
Zoals vaste lezers wel zullen weten heb ik twee katten: een tuintijger die geen vlieg kwaad doet (hij rent er nog net niet weg van maar het scheelt niet veel) en een tuinpanter, die een iets te goede jager is. Gelukkig hebben we een pergola en maken de vogels daar graag gebruik van, want als ze op de grond zit dan zitten zij bovenop naar haar te piepen en als ze de pergola op komt dan zien ze haar al van verre aankomen en verzitten gewoon steeds een stukje van haar af. In onze tuin lukt het haar dus gelukkig niet om vogels te vangen.
Onze tuinpanter is een asieldiertje, echt een getto-kat en zo kan ze zich ook zeker gedragen. In het asiel hadden ze haar Orkaantje genoemd, omdat ze werkelijk zo fel en druk was dat ze hen daaraan deed denken. De medewerkers moesten haar letterlijk met lange handschoenen aanpakken omdat ze zo kwaad werd als ze haar vastpakten, waar ze alsnog doorheen beet. Maar bij onze ontmoeting klikte het meteen. Ze ging zelf in de kattenmand toen we haar meenamen (en de medewerkster die haar zou pakken was nog wel doodsbang geweest dat ze dat moest doen). Bij ons is ze niets dan lief -hoewel de dierenarts het altijd moet ontgelden. Ze heet nog steeds Orkaantje omdat het zo’n grappig verhaal is, al korten we het wel af naar Kaatje (wat ook volledig bij haar past). Waarom vertel ik dit? Nou, ik probeer een beetje een karakter te schetsen. Onze kat is namelijk wel heel lief, maar ziet zichzelf duidelijk als koningin van het blok (ongeacht de rest). Ze is daarom niet zo heel goed met andere katten.
En zo kom ik op wat me van de week gebeurde. Sorry, geen foto weten te maken, maar het was een raar gezicht. We hoorden een enkele kattenkrijs en toen we omkeken, zagen we een vreemde kat aan het plantenrek hangen, zo aan de zijkant aan alleen zijn pootjes, letterlijk hanging on for dear life. Terwijl onze diva bovenop het rek stond en de kat op zijn plaats hield. Dat moet echt een paar minuten geduurd hebben. Ik had genoeg tijd om te twijfelen of ik een foto zou nemen en uiteindelijk mijn camera maar te pakken en naar buiten te lopen. Net op het moment dat ik aankwam, verloor de kat zijn houvast en viel die een eind naar beneden, de zitkuil in (echt een eind dus). Halsoverkop schoot het dier naar de schutting en sprong eroverheen, naar de buren. De tuinpanter dook erachteraan. Ik hoorde iets breken. Oeps.
Ik ben direct naar de buurvrouw gegaan, heb aangebeld en ze deed open in haar pyjama (tja, het was redelijk vroeg). “Mijn kat heeft iets gesloopt in jouw tuin, terwijl ze achter een ander aanzat. Ik hoorde het breken.” De buurvrouw lachte en zei dat er zo vaak wat sneuvelt, het maakte haar niets uit. Zelfs na aandringen wilde ze er niets van weten, hoewel ik het nog steeds vervelend vind. We kletsten nog even en toen ging ik weer naar huis. Maar voordat ik wegliep zag ik onze tuinpanter, high and mighty, zittend op de schutting van de buurvrouw. Ze was zichzelf aan het likken alsof er niets gebeurd was en keek even naar me op, met zo’n gezicht van ‘wat?’ Je kan een kat wel uit de getto halen, maar de getto niet uit de kat, blijkt.