Een speciale post, want nummer 100! En om dat te vieren doe ik het iets anders: deze blog gaat over waarom ik deze blog schrijf en over uw lezersvragen!
Geheel toevallig, maar morgen is het precies twee jaar geleden dat ik begon met bloggen. En met deze post heb ik er 100 geschreven. Dat is toch best bijzonder, daarom wilde ik voor deze post toch iets anders doen dan normaal. Ik vertel u daarom graag eens iets over mijzelf. Hoe begon ik met bloggen? En waarom blog ik? Dat is voor mij nu duidelijker dan ooit. En natuurlijk heb ik lezersvragen verzameld, die ik beantwoord – een ervan was trouwens waarom ik blog, dus bij deze. Hoewel jullie het mij verder niet erg moeilijk gemaakt hebben 😉
Van kleins af aan ben ik geïnteresseerd geweest in natuur en planten. Als kind heb ik me bijvoorbeeld veel verdiept in medicinale planten. Voor mijn studie koos ik Milieukunde, waar ik veel leerde over duurzaamheid, biologie, ecologie, chemie, bodem, water, afval… Eigenlijk leerde ik daarover nog het meeste tijdens mijn stages (ik leer het meeste als ik zelf onderzoek kan doen). En terwijl ik studeerde had ik de beschikking over een kleine bestrate patio, waar ik voor het probeerde eerst allerlei eetbare planten en kruiden te kweken. Op een ecologische manier, ik studeerde niet voor niets Milieukunde. Maar dat mislukte steeds, want ik wist nog heel weinig van tuinieren en heb daar zo’n beetje alle ‘fouten’ gemaakt.
Toen ik mijn diploma binnen had, ben ik gaan werken bij een bedrijf dat van allerlei afvalstromen (o.a. GFT, reststromen van fabrieken en overdatum materiaal van supermarkten) nuttige dingen maakt, zoals compost, biogas en warmte. Ik was daar procestechnoloog (process engineer) en was verantwoordelijk voor het functioneren van de (chemische, fysische en biologische) processen – niet te verwarren met process operator, degene die de dagelijkse bewaking van de fabriek uitvoert. Ik testte en ontwierp nieuwe onderdelen, onderzocht het proces op verbeterpunten, droeg bij aan de scholing van de operators en als er iets niet naar wens ging deed ik onderzoek naar het probleem en de oplossing. Een breed en uitdagend vak, dus.
Tegelijkertijd kocht ik mijn (huidige) eigen huis. En voor het eerst had ik een tuin! Die natuurlijk helemaal op de schop moest, het was een zee van tegels met wat ik noem een echte ‘oude vrouwtjes tuin’. Niets mis mee, maar dat past niet bij mij. Ik kon dus een compleet nieuw ontwerp maken. Een jaar lang heb ik de tuin gelaten voor wat het was en alleen geobserveerd wat er gebeurde. En in de tussentijd ben ik me enorm gaan verdiepen in alles wat ik maar over tuinen kon vinden. Toen kwam ik bij het boek ‘Gaia’s garden‘ van Toby Hemenway, een boek over Permacultuur. En voor mij ‘klikte’ dat. Het paste bij alles wat ik eerder had geleerd, tijdens mijn studie en bij mijn werk als procestechnoloog. Het gaf mij een kader om die kennis die ik had toe te passen op de tuin. Ineens was mijn invalshoek anders en begreep ik wat er steeds fout was gegaan. En toen ik die invalshoek eenmaal had, leerde ik heel snel bij over planten, biotopen en de biologische, fysische en chemische processen in de tuin. Ik ontwierp mijn eigen tuin en ging daarin experimenteren. Zo was ik bezig met een diepgaand onderzoek naar composteren op mijn werk en tegelijkertijd bezig met composteringsexperimenten in de tuin. Kennis van het een gebruikte ik bij het andere en andersom. Vanaf dat moment kwamen er ook steeds meer mensen, zowel op mijn werk als daarbuiten, die eigenlijk ook wel zo’n tuin wilden, meer wilden weten van hoe ik dingen deed en mensen die zeiden dat ik er eigenlijk een bedrijf in moest beginnen. Tegelijkertijd nam de zin in mijn werk steeds meer af; er was weinig nieuwe uitdaging waarvan ik kon leren, het was mij niet vooruitstrevend en idealistisch genoeg en om mij heen zag ik overal prachtige natuurlijke plekken plaatsmaken voor nieuwe fabrieken. Ik wilde méér doen. Het meest in het oog springende voorbeeld vind ik nog steeds dat op het terrein naast mijn werk een prachtige natuurlijke wetland, vol natte-weidevogels, platgestampt werd voor een nieuwe fabriek. Dat was voor mij de druppel en toen ben ik begonnen om mijn eigen bedrijf op te zetten.
Voordat ik alles op orde had om te starten, raakte ik echter in een zware burn-out. Om een lang verhaal kort te maken, blijf niet te lang op een plek hangen waar je het écht niet (meer) naar je zin hebt. Maar mijn ideeën voor mijn eigen bedrijf, waarmee ik iets kon doen wat ik echt nuttig vond, hielpen mij om er heel snel weer uit te komen. Ik zei mijn baan als procestechnoloog op en ben gaan werken aan mijn eigen bedrijf. Dat was ook het moment dat ik voor het eerst begon met bloggen. Ik ben altijd al gek geweest op schrijven, vanaf het moment dat ik meerdere zinnen aan elkaar kon koppelen ben ik verhaaltjes gaan schrijven, die graag door mijn klasgenoten (en juf) gelezen werden. Mijn blog was een heerlijke manier om weer energie en mijn passie voor natuur terug te krijgen. Terugkijkend op die eerste blogperiode vind ik het aan de ene kant heel knap van mezelf dat ik toen al zo veel voor elkaar kreeg, aan de andere kant griezel ik van de slechte foto’s die ik toen gebruikte (gelukkig zijn mijn foto-skills al een stuk beter 😉 ).
Ik was lekker bezig om mijn droombaan waar te maken, toen ik zwanger raakte. Nou was dat absoluut geen vervelend of ongewenst iets, ik was er heel erg blij mee! Alleen werd ik al na een paar weken ziek en dat ging maar niet over. Het was toen heel moeilijk om te werken óf te schrijven. En achteraf gezien logisch! De zwangerschap maakte mij letterlijk doodziek en ik kon en mócht niets meer doen. Daardoor hebben mijn blog, maar ook mijn plannen voor een eigen bedrijf, een tijd stilgestaan. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen en heb ik nu een gezonde en vrolijke zoon! Ik kreeg ook snel weer de kriebels om te gaan schrijven en me weer in tuinen en natuur te verdiepen en toen ik voorzichtig weer begon, gaf dat veel energie! Dit vertel ik er niet zomaar bij, want dankzij dat alles heb ik nu nog meer inspiratie, passie voor ecologisch tuinieren en schrijven en ben ik nog meer gedreven om steeds weer nieuwe dingen te leren. Tuinen als een ecologie ontwerpen en beheren en voedsel (duurzaam) kweken vind ik zo veel uitdagender dan mijn studie of werk ooit geweest zijn! En het is voor mij nu ook nog een stuk duidelijker waarom ik deze blog schrijf. Ik ben ervan overtuigd dat we een stuk duurzamer kunnen leven door te leren van de natuur en dit op onze eigen behoeften toe te passen. En waar kunnen we beter experimenteren dan op ons eigen kleine stukje tuin/balkon/dak? Door collectief te experimenteren in onze tuinen leren we hoe we anders met onze omgeving kunnen omgaan en bouwen we samen aan kennis en ervaring!
Ik was ook nieuwsgierig naar vragen van lezers en het leek mij leuk die in deze blogpost te beantwoorden. Dit was de post die ik kreeg (niet te verwarren met een blog-post):
Hoe droog je zonnebloemen?
Vraag: “Hoe kan ik de hoofden van mijn zonnebloemen drogen voor vogeltjes zodat ze niet gaan schimmelen? Nu hangen ze buiten en dat werkt niet.”
Antwoord: Zonnebloemen kun je het beste laag op de stam afsnijden op een dag dat het buiten goed droog is. Zo heb je meer kans dat het zaadhoofd droog is en dus niet gaat schimmelen. Daarna kun je de stengel met het zaadhoofd het beste ondersteboven in een droge ruimte ophangen waar deze verder kan drogen, zoals in de schuur of (als het toch wat vochtig is) eventueel boven een radiator.
Welke potplanten zijn rijk bloeiend én interessant voor insecten?
Aardaker. Bron: Peter Meiniger
Vraag: “Heb jij weet van eenjarige (hang)planten die de hele zomer mooi bloeien maar die ook interessant zijn voor insecten?” – “Mijn terras is elk jaar versierd met bakken uitbundig bloeiende surfinia’s of hangpelargoniums of gelijkaardige klassieke eenjarigen. Deze planten zorgen voor een uitbundige bloemenpracht heel het zomerseizoen lang maar ze zijn eigenlijk weinig interessant voor onze zoemende insectenvrienden. Ik zie alleszins nooit ‘leven’ op deze planten. Ik vermoed dat ze zodanig doorgekweekt zijn dat ze zo goed als geen stuifmeel/nectar leveren.”
Antwoord: Het lastige is dat bloemen er (vanuit het oogpunt van de plant gezien) alleen maar zijn om bestoven te worden. Is dat gelukt, dan verwelkt de bloem en gaat de plant zijn energie steken in het produceren van zaden. Een plant die blijft bloeien, waarvan de bloemen insecten trekken, is dus een lastige omdat die insecten juist voor bestuiving en dus verwelking zorgen. Een steriele cultivar zal dus niet snel uitgebloeid raken omdat deze niet bestoven wordt. Één manier om een plant langer te laten bloeien en toch met de bloemen insecten te trekken is door de uitgebloeide bloemen steeds te verwijderen. Maar je bent vooral op zoek naar eenjarige hangplanten, dan denk ik al snel aan (rankende) Oost-Indische kers. Afhankelijk van de potgrond (veel stikstof bevordert vooral veel bladgroei) kan deze heel rijk bloeien. De bloemen trekken bestuivers aan, maar toch blijft hij nieuwe bloemen produceren. En niet alleen de bloemen trekken insecten: de bladeren krijgen nog wel eens last van luis, waarop weer allerlei roofinsecten afkomen (die zich er ook goed in kunnen verstoppen) en vlinders leggen er graag eitjes op (o.a. koolwitje). Je kunt dus ook zoeken naar planten die meer doen dan bloemen voor bijen/hommels/vlinders produceren, maar dat betekent dus wel wat vraatschade of bladluis tolereren. Er zijn trouwens wel perlagoniums die wel insecten trekken, maar dan is het voor een lange bloei wel goed om regelmatig uitgebloeide bloemen te verwijderen. Verder kun je kijken naar winde, kaasjeskruid (er zijn eenjarigen en meerjarigen en hoge en lage soorten) en korenbloem. Kaasjeskruid en korenbloem zijn geen hangplanten maar zullen wel over potranden vallen en blijven lang en rijk bloeien, vaak ook als een deel van hun bloemen al bestoven zijn. En als het ook meerjarige planten mogen zijn, dan zijn (wilde) lathyrus-soorten misschien een goede optie: bijvoorbeeld aardaker bloeit bij mij heel goed (en spectaculair). Het is een rankende plant en doet het dus goed als hangplant, is een stikstoffixeerder en is soms eenjarig, soms overblijvend, dat wisselt nogal afhankelijk van de omstandigheden. De knolletjes zijn ook nog eetbaar. Verder is bosooievaarsbek (Geranium sylvaticum en cultivars) een plant die mooi over potranden valt en goed (door)bloeit. Spoorbloem is geen hanger maar bloeit wel vanaf het voorjaar tot in de herfst, zeker als hij af en toe wat wordt terug geknipt.
Bosooievaarsbek. Bron: Kwekerij Spitsbergen-Willemsen
Aardperen zijn dood gegaan!
Vraag: “Ik heb mijn aardperen steeds verwend en heel goed verzorgt. Toch hebben ze niet gebloeid en deze laatste weken zijn de bladeren ineens helemaal afgestorven, van onder tot boven bijna zwart. Wat is er fout gegaan en wanneer kan ik aardperen oogsten?”
Antwoord: Er is helemaal niets fout gegaan! Aardperen behoren (ook al worden ze nog zo hoog) tot kruidachtigen, wat betekent dat ze in het najaar tot de grond toe afsterven. Bij die van mij is precies hetzelfde gebeurd, van onder tot boven worden alle bladeren ineens donkerbruin. Dat gaat ieder jaar zo en begint vaak al vrij vroeg in de herfst. En als al het bovengrondse loof is afgestorven, zoals nu dus het geval is, dan kun je de aardperen oogsten. Dat kan de hele winter lang. Het makkelijkste vind ik om kleine beetjes per keer te oogsten, ze zijn niet heel makkelijk te bewaren en niet winterhard. Maar de belangrijkste reden is dat het een hele klus is om ze schoon te maken, dus als je een hele grote hoeveelheid in één keer oogst, dan ben je wel een paar uur zoet met schoonmaken. En aardperen bloeien in ons klimaat niet standaard; daarvoor hebben ze een warme zomer nodig. Als het veel regent en (relatief) koud is, zoals afgelopen voorjaar en zomer, dan bloeien ze meestal niet. Maar dat heeft geen gevolgen voor de oogst, dus ook dat is goed gegaan. Trouwens, aardperen staan op mijn lijstje voor aanstaande blogposts, mocht je nog meer willen weten 😉
Duurzaam, is dat altijd duur?
Vraag: “Duurzame oplossingen zijn steeds zo duur. Is er geen andere manier om voor duurzaam te kiezen en toch niet de hoofdprijs te moeten betalen? Hoe ga je bijvoorbeeld met regenwater van terrassen om zonder van die infiltratiekratten te gebruiken?”
Antwoord: Duurzaam kopen is vaak duur, dat klopt. Maar met wat creativiteit hoeft niet alles duur te zijn. Bij schuttingen betaal je bijvoorbeeld meer als het duurzaam is (zowel langlevend als duurzaam geproduceerd/duurzaam materiaal), maar een haag of een begroeid plantenklimrek zijn eigenlijk goedkoper én duurzamer (minder grondstoffenverbruik door productie, nemen CO2 op in plaats van dit te produceren, geven meer ruimte voor dieren en de wortels in de grond kunnen bodemleven verbeteren). En hergebruik van materialen is duurzamer en goedkoper dan nieuw kopen. Bijvoorbeeld tegels van andere mensen overnemen of de eigen tegels voor funderingen gebruiken (meer tips in Geld besparen bij tuinieren). Ook voor het specifieke voorbeeld van regenwater verwerken in de eigen grond, zijn goede goedkope oplossingen. Bekijk bijvoorbeeld eens het idee van de rain garden (regentuin), waarin een laaggelegen tuindeel bij grote wateroverlast tijdelijk onder water komt te staan. In deze rain garden staan planten die tegen tijdelijke natte voeten kunnen (bijvoorbeeld kattenstaart). Afhankelijk van de bodemsoort wordt de bodem daar ter plekke nog extra doorlatend gemaakt door puin of zand te mengen en eventueel een verticale infiltratiebuis of grindput (duur woord voor een pvc buis of bak met gaten erin geboord en anti-worteldoek eromheen, niet duur dus) erin om extra water te kunnen bergen en vertraagd te infiltreren. Dit heb ik o.a. bij een van mijn klanten toegepast, de variatie met een grindput. Even na de aanleg kwam een enorme storm met landelijk veel wateroverlast (die van 28 juli 2014). Ik nam contact op met mijn klant om te vragen hoe het was gegaan en die meldde dat tijdens de enorme buien daar inderdaad een plas was ontstaan, maar dat zodra het gestopt was met regenen die plas meteen verdwenen was. Zó goed kan dat dus werken. Je moet er wel voor berekenen welke capaciteiten je nodig hebt, maar dat is gebaseerd op dezelfde berekening als die nodig is bij alle vormen van infiltratie en opvang. Ik heb in mijn eigen tuin trouwens een vertragingssysteem wat ook heel goed werkt: regenwater van de garagedaken vang ik op in een plantenfilter (daar wordt het gebufferd en gezuiverd), daarna loopt het in een vijver (waarvan het waterpeil omhoog kan) en daarna loopt het langzaam de tuin in. Swales kunnen onder bepaalde omstandigheden (zoals bij zware kleigrond) ook een oplossing bieden. Ik zal er nog een keer een post aan wijdden, want dit wordt anders wel een heel lang verhaal 😉
Tekening van een rain garden (regentuin) uit mijn handboek
Hoe snoei je lavendel?
Vraag: “Hoe moet je lavendel nou snoeien? En wanneer snoei je lavendel als je de bloemen wilt gebruiken?”
Antwoord: Gewoonlijk snoei je de bloeistelen af in het najaar (september/oktober) en snoei je de struikjes echt terug in model in het voorjaar. Als je de bloemen wilt gebruiken dan kun je snoeien wanneer je wilt, tijdens de bloei of juist eind augustus/begin september (afhankelijk van hoe nat het weer is, bij nat weer eerder want dan worden ze ook eerder lelijk). Ikzelf heb heel veel lavendel omdat ik juist het snoeimateriaal graag gebruik als mulch (slakken houden er niet van) en ik snoei wanneer ik ergens mulch nodig heb. Het plan is dat we kippen krijgen, die ik deeltijd wil gaan houden in een deep litter systeem, een laag van composterende mulch als bodembedekker in de ren. Mijn ontwerp gaat er vanuit dat die deep litter laag twee keer per jaar ververst wordt: met de voorjaarssnoei van de lavendel en met de najaarssnoei, zodat ik de lavendel-mulch kan gebruiken in de ren (ook weer goed tegen vlooien e.d.) en de ren-compost weer gebruik als mulch in de tuin. Zo kun je dus ook de lavendelsnoei nog extra nuttig toepassen.
Wat zijn je favoriete planten?
Vraag: “Wat zijn je favoriete planten?”
Koninginnekruid. Bron: Wikipedia
Antwoord: Dit is eigenlijk de meest lastige vraag, want wat moet ik kiezen? Ik word blij van zo’n beetje iedere plant die in Nederland in het wild groeit, voor mij hoeft het allemaal niet spectaculair en exotisch te zijn. Als ik echt wat namen moet noemen dan denk ik al snel aan: dovenetel, kattenstaart, kamperfoelie, koninginnekruid, beemdkroon en druifkruid, wilde rozen, meidoorn, Gelderse roos, sleedoorn (dat hele riedeltje eigenlijk), daslook, brave hendrik, rankspinazie, kruisbes (echt een nostalgie-plant voor mij), hazelaar, lijsterbes, wikke, wilde tijm, wilde munt, bosbes… En nog veel meer, maar ‘wild, diervriendelijk en mooi in hun subtiliteit’ vatten het denk ik wel goed samen.
Ik hoop dat jullie hiermee een goed antwoord hebben op jullie vragen! Heel erg bedankt voor jullie input!
Op het laatste moment kreeg ik er nog een vraag bij: of ik overzichtsfoto’s van mijn eigen tuinen kon laten zien. Dus bij deze:
De achtertuin een paar weken geleden. Helaas heb ik momenteel geen goede recente foto, want de tuin is deels onder constructie dit jaar (levende tipi erbij -staat er hier ook nog niet op- en er komen kippen).
De voortuin enkele weken geleden. Hier ben ik vanaf niets (echte pure zandgrond) een struweel aan het opbouwen, het is nu allemaal nog klein, maar in het midden staat een toverhazelaar en rondom allerlei eetbare struiken.
Een schetsje van wat het plan voor de voortuin op de lange termijn is. (Boven de voordeur is een gedeeld afdakje met de buren)
Bedankt voor je antwoord Iris ik ga dit zeker meenemen in de aankleding van mijn terras volgend voorjaar!
Hoi Tom,
Je bent net te vroeg! Ik heb net nog wat foto’s toegevoegd van mijn eigen tuinen waar je om vroeg 😉
Ben er nog! 😉 Was net info aan het opzoeken over enkele mogelijke planten die je voorstelde. Aardaker ziet er een hele mooie uit. Die ga ik zeker uittesten volgend jaar.
Ziet er prachtig uit trouwens Iris. Het gaat eventjes duren voor ik dat weelderig effect zal bereiken in mijn behoorlijk grote achtertuin maar het is dan ook een meerjarenplan. 😉 Morgen kan ik mijn autochtone inheemse haagplantjes gaan afhalen (meidoorn, haagbeuk, beuk en veldesoorn). Vorige week een haagje geplant met inheemse hulst. Langzaam maar zeker wordt de tuin groener en kleuriger.:-)
Tom, dank je wel voor je leuke reactie. Ik ben zelf heel erg nieuwsgierig naar jouw tuin. Dus ik hoop dat je daar ook iets van een dagboek of blog van bij gaat houden. Al is het alleen al om de foto’s 🙂
Hi Iris, in het voorjaar plan ik een grote border met bomen, struiken, bloemen en planten. Ik zal wat foto’s maken van de aanleg dan en ook van de andere plantvakken die ik reeds aangelegd heb.