In de categorie ‘Tuindagboek’ schrijf ik over wat me is overkomen in de tuin. Deze keer: waar ik het meeste werk aan kwijt ben en momenteel veel te weinig doe.
Onkruid wieden, planten aanbinden, snoeien, compost verspreiden, zaaien, vloeibare mest maken en geven aan planten, nieuwe aanplant, nadenken over volgend jaar… Geloof het of niet, maar dat zijn geen dingen die ik veel doe in mijn tuin. Dat is het mooie aan een voedselbos (of in mijn geval meer een voedselstruweel): goed ontworpen en aangelegd ben je de meeste tijd kwijt met oogsten. Maar dat is ook niet altijd makkelijk. Want ik bedacht me ineens, dat ik voor deze categorie nog niet één keer echt over oogsten heb geschreven. Ik doe het wel, af en toe, maar niet zo vaak als ik zou willen en daar zit een reden achter. Ik ben nog steeds herstellende van een ernstige ziekte en merk dat ik (tussen baby en werk door) al blij ben als ik even aan wat rommelen in de tuin toe kom. En dan heb ik de energie meestal gewoon niet om ook nog eens alle rijpe groenten en vruchten te oogsten. Ik heb vaak niet eens veel energie om te bedenken wat ik ermee zal doen. Over mijn man zal ik het niet eens hebben; hij herkent in de groene massa een tomaat of een druif nog wel, maar vraag hem niet wat er verder eetbaar is of waar hij wat kan vinden. Ik bedoel, het is écht veel groen en eigenlijk is bijna alles eetbaar, dus hij ziet gewoon tussen het groen de planten niet meer.
En dus is er veel niet geoogst in de tuin. Nog steeds staan nu bijvoorbeeld een paar mooie tomaten buiten (zelfs nog rode), er hangen overrijpe frambozen aan de planten en meerdere groenteplanten zijn doorgeschoten. Ik kijk er vaak wat teleurgesteld naar, op een moment dat ik met mijn handen vol even stiekem een blik de tuin in werp. Maar het is niet zo erg. Dit jaar oogsten we minder. Maar het mooie aan zelf produceren is: het gaat niet verloren. De planten waarvan we bladeren oogsten hebben een rustjaar, waardoor ze goede reserves opbouwen, de vruchten worden dankbaar gegeten door vogels, egels, insecten en nog veel meer. Die eten, poepen en/of sterven weer in de tuin en verrijken het systeem. De doorgeschoten groenten zijn ook niet zonde, want ze zorgen voor gratis plantjes voor volgend jaar. Uiteindelijk komt dit alles de tuin ten goede want de voedselrijkheid gaat omhoog. Dat belooft een goede oogst voor volgend jaar. En ik? Ik ga steeds beter en mijn kleine kan al steeds beter aan de hand meelopen, dus volgend jaar gaan we weer lekker oogsten en als ik dan toch nog weinig energie heb, dan heb ik een stel kleine handjes die me mee kunnen helpen.