Het is weer paddenstoelentijd! En hoewel ze mooi zijn schrikken toch veel mensen als ze deze in hun tuin aantreffen. Maar meestal hoeft dat helemaal niet.Vorig jaar kwam ik ineens een stuk piepschuim in de voortuin tegen. Tenminste, ik dacht dat het piepschuim was, tot ik het opraapte. Het voelde zacht, sponzig en koud en bovendien zat het nog vast aan de grond. Bij nadere inspectie bleek het een (u raadt het vast al): paddenstoel. Het was echt een raar ding, met allemaal gaten en ongelijke delen die van boven sterk op piepschuim leek, ook toen ik al doorhad wat het was. Maar van dichterbij was er ook een deel van de onderkant te zien, duidelijk sporen. Hij was aangevreten door verschillende dieren, vandaar al die rare gaten. Toen ik deze paddenstoel eenmaal gevonden had, ontdekte ik er meerdere. Tot op heden heb ik er geen goede foto van weten te maken, want ze zijn al flink aangevreten als ik ze vind. Maar ik ben er zo trots op! Want na verschillende determinatieboeken te hebben doorgelopen heb ik drie mogelijke verdachten, die één ding gemeen hebben: het zijn mycorrhiza. Jeej!
Een paddenstoel is eigenlijk de vrucht van een schimmel, bedoeld voor het verspreiden van de sporen. Het feitelijke schimmellichaam (mycelium) zit ondergronds en kan zo groot zijn als een walvis. Dat is eigenlijk het deel waar het meeste gebeurt, ook al kunnen we het niet zien. Een paddenstoel plukken uit angst dat deze schadelijk is, heeft dus weinig zin. Het hele schimmellichaam én de paddenstoel noemen samen we de zwam. En die zwammen kunnen worden onderverdeeld in drie soorten: parasieten, saprofyten en mycorrhiza.
Mycorrhiza. Dit zijn (voor planten en voor ons) zeer nuttige schimmels, want ze werken samen met planten (ze leven in symbiose). Hun mycelium tapt in de wortels van de betreffende plant. Sommige soorten vergroeien ermee (bij orchideeën), zodat er dan geen onderscheid te maken is waar de een eindigt en de ander begint. Mycorrhiza komen vooral bij bomen en houtachtige gewassen voor en vaak zijn de combinatie van plant en schimmel heel specifiek. De vliegenzwam (die met de rood-met-witte-stippen paddenstoel) groeit bijvoorbeeld vaak samen met berken of sparren. Veel soorten schimmels uit deze groep produceren trouwens helemaal geen paddenstoel, dus het ontbreken daarvan betekent niet dat er geen mycorrhiza zijn.
Mycorrhiza nemen o.a. suikers van de plant af. In ruil daarvoor zetten ze voedingsstoffen om en geven die af aan de plantwortels. En niet onbelangrijk, mycorrhiza beschermen de wortels van ‘hun’ planten tegen aanvallers (bijvoorbeeld andere schimmels die de plant zouden aantasten) en soms ook micro-organismen (zoals nematoden, hele kleine aaltjes). Mycorrhiza breiden het wortelnetwerk van een boom of heester dus flink uit en maken vaak zelfs met meerdere boom- of plantexpemplaren verbindingen aan, waardoor ook die ook weer samen kunnen werken. Bovendien maken ze de voedingsopname effectiever én de planten gezonder. Mycorrhiza zijn dus heel belangrijk voor (veel) bomen en heesters en ook sommige kruidachtigen.
Veruit de meeste paddenstoelen in de tuin vallen onder deze categorie. Het zijn zwammen die dood hout en ander moeilijk afbreekbaar materiaal verteren en het zo weer geschikt maken voor opname door planten. Ze vormen geen bedreiging voor levende bomen/planten, maar zijn dus zelfs heel nuttig. En met het afbreken en weer beschikbaar maken van voedingsstoffen zijn ze (bijna?) net zo belangrijk als mycorrhiza voor gezonde bomen en heesters. Een voorbeeld zijn de paddenstoelen in de afbeelding hiernaast. Mijn ervaring is dat deze soort (geen idee hoe hij heet trouwens) vaak opduikt als er recent bemest is en de voedingsstoffen dus nog vrij ‘scherp’ zijn. Paddenstoelen (vooral heksenkringen) in het gazon zijn meestal ook het gevolg van bemesting, in dit geval vaak een verkeerde of te eenzijdige bemesting.
Dan zijn er ook nog soorten die groeien op dood hout. Dit kan een omgehakte boomstronk zijn, maar ook een dode tak aan een levende boom. Het beste is dan de dode tak eraf te snoeien om ervoor te zorgen dat de boom zelf niet gaat rotten. De dode tak kan worden teruggelegd ergens op de grond (tenzij het duidelijk om een ziekte gaat, dan kan de tak het beste bij de GFT), zolang het dan niet tégen de boom aan is waarvan deze afkomstig was. En vooral rozen houden meestal ook niet van dood hout in de buurt van hun basis.
Het loont dus om schimmels in het algemeen te bevorderen, zeker bij een bostuin. Saprofyten zijn opruimers; een belangrijke vorm van kringloopsluiting.
Sommige soorten zijn echter wél schadelijk voor levende bomen en planten, onder andere de honingzwam en berkenzwam. Eetbaar, maar dodelijk voor de bomen waarop hij voorkomt. Deze soorten paddenstoelen kunnen bomen kapot maken door het hout zelf af te breken of door de cellulose eruit te halen. Bovendien kunnen ze van boom naar boom overlopen en dus een heel bos- of parkdeel aantasten. Het begin van het einde dus. En als je de paddenstoelen ziet, dan is het al te laat. Een aangetaste boom kan worden verwijderd, maar de zwam kan achterblijven in de aarde. Wel is het zo dat bomen die aangetast worden al verzwakt waren. Maar daar heb je natuurlijk niet zo veel aan, als je net aangeplante bomen (die daardoor verzwakt zijn) aangetast worden.
Het is moeilijk werken als deze schimmels er eenmaal zijn. Het beste kan gekozen worden voor bomen en struiken die niet (zo) vatbaar zijn voor de schimmel. De meeste parasitaire zwammen zijn redelijk tot erg kieskeurig. Eventueel kan er wat schone tuinaarde in het plantgat worden aangebracht wanneer er nieuwe aanplant komt, zodat de planten meer tijd hebben om aan te slaan. Een andere mogelijkheid is werken in verhoogde bedden, die niet in contact staan met de aarde waarin de zwam zit. Het bevorderen en/of toevoegen van mycorrhiza’s (weet u het nog? ze beschermen de planten waarmee ze samenwerken) kan helpen. Dit blijkt o.a uit het onderzoek van Nogales, A. et al (2008): Response of mycorrhizal grapevine to Armillaria mellea inoculation: disease development and polyamines.
By the way, niet alle parasitaire zwammen zijn een gevaar voor bomen en struiken: sommige parasiteren rupsen of zelfs andere zwammen.
Naast de eetbare paddenstoelenkits die nu in veel winkels verkocht worden (helaas maar een tijdelijke paddenstoelentuin), kunt u ook zelf schimmels ‘kweken’. Mycorrhiza komen bij de juiste omstandigheden (meestal) vanzelf. Er zijn ook mengsels met sporen van algemene soorten te koop. In de landbouw wordt wel eens gebruik gemaakt van dit soort mengsels. Dit heeft een wisselend effect, afhankelijk van de omstandigheden en de planten waarbij dit wordt toegepast. Voor mijn vorige werk heb ik bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar goede samenstellingen van compost en ander materiaal als voedingsbodem voor specifieke mycorrhiza. Het maakte wel degelijk verschil wat er gebruikt werd. Maar over het algemeen geldt voor mycorrhiza én saprofyten, dat u de groei kunt bevorderen met compost, dood hout, bloesem en bladafval (van loofbomen). Dit zijn allemaal goede voedingsbodems voor nuttige schimmels. En ook bij schimmels geldt: hoe meer diversiteit, hoe beter, dus gebruik liever compost én dood hout én veeg al het blad- en bloesemafval in de borders.
Pingback: Mulchen: praktisch aan de gang | Iris' Garden Ecology
Hi Iris. Het toevoegen van sporen van mycorrhiza lijkt mij vooral een verkooptrucje om meer geld uit je zakken te kloppen. In gezonde bodems met voldoende organisch materiaal en bodemleven zijn schimmelsporen volop aanwezig dus is toevoeging nutteloos. In ongezonde, dode bodems zijn de omstandigheden voor schimmels zodanig slecht dat toegevoegde sporen hier toch geen succes kennen. De bodem ongemoeid laten en overvloedig mulchen met organisch materiaal moet voldoende zijn lijkt mij en gezonder voor je bankrekening. Denk jij dat toevoegen van mycorrhiza sporen ooit zinvol kan zijn in de particuliere tuin?
Hoi Tom, ik denk dat het in sommige gevallen wel nuttig kan zijn om mycorrhiza toe te voegen. Bodems die jarenlang verwaarloosd en vergiftigd zijn (en dus ook minder levensvatbare sporen bevatten) kunnen met goed beleid toch langzaam op gang komen en dan zou het toevoegen van sporen (van zowel schimmels als andere micro-organismen) kunnen helpen. In bodems die lang uit evenwicht zijn geweest waarin veel parasitaire schimmels overheersen kan het moeilijk zijn voor nuttige schimmels om ‘voet aan de dijk’ te krijgen, waardoor sporen toevoegen kan helpen. Dan is er nog een laatste categorie, namelijk als je een plant wilt kweken die er nog niet eerder gegroeid heeft, die een specifieke relatie met een schimmel heeft. De kans dat die schimmel dan in de bodem aanwezig is zal heel erg klein zijn en dan zou je hiervan sporen kunnen toevoegen. Als je orchideeën wilt kweken bijvoorbeeld (even daargelaten of je dat moet willen of niet hè). Maar dan zou je ook aarde van andere orchideeën als ent kunnen gebruiken. In ‘steriele’ plekken bij kwekers gebruiken ze vaker mycorrhiza-enten met goede resultaten. Maar ik ben het volledig met je eens dat je het in een gezonde bodem niet nodig hebt.