Zelf gebruik ik steeds mulch en daar heb ik al het één en ander van geleerd. Op basis daarvan kan ik maar 1 ding concluderen: mulchen werkt! Daarom heb ik voor deze post mijn praktijklessen gebundeld.
Iemand noemde mijn tuin laatst een ‘tuinlab’, dit vind ik zo’n goede naam dat ik die bij deze ga stelen 😉 Het klopt, mijn tuin (tuinen, want ik heb een voor- en achtertuin) gebruik ik om van alles te testen en te observeren. Mulchen doe ik zowel voor als achter, maar vooral voor (waar ik grotendeels een kruidachtige vegetatie heb) valt het mulchen echt op. En dan vraag ik mij ieder voorjaar weer iets af. Wat zouden mensen denken als ze dan langs mijn voortuin lopen? Want in het voorjaar geef ik álles een flinke jaarlijkse kappersbeurt en dan eindigt al het snoeisel op de bodem, tussen de planten. Een paar weken later zie je er niets meer van; zodra de groene ontploffing is (lees: het punt dat alle planten ineens heel snel uitlopen) kun je geen stukje bodem meer vinden. Maar tot die tijd ziet het er wat raar uit. Zouden ze zich afvragen wat al die dooie rommel tussen mijn planten doet? Van mensen die de klassieke tuin gewend zijn denk ik dat ze het zelfs een bende zullen vinden. Maar aan de andere kant, dat denken ze dan waarschijnlijk de hele winter lang al, want ik laat uitgebloeide bloemen en dood loof staan tot die grote snoei in het voorjaar (beter voor dieren).
Mulchen is heel simpel: je bedekt de bodem met een laag organisch materiaal (stenen, kiezels of schelpen kan ook, maar hebben niet alle voordelen van organisch materiaal). Liefst lekker dik, denk aan minstens enkele centimeters. Ikzelf ben fan van de chop-‘n-drop: als je een plant snoeit of je trekt een onkruid uit, dan gooi je het direct op de bodem terug (letterlijk hakken-en-laten vallen). Zo komen alle voedingsstoffen terug in de bodem en hou je de motor van het bodemleven op volle toeren. Mulchen is voor een ecologische tuin sowieso een must en eigenlijk aan te raden voor iedere soort tuin. Mulchen is goed voor de bodem (en dus planten). En dat hoeft echt niet rommelig te ogen, want mulchen met houtsnippers of (zelfgemaakte) compost kan ook.
Dit is wat ik in de praktijk heb geobserveerd:
Ik heb erg weinig last van onkruid. De meeste soorten laat ik staan (daar zitten namelijk hele leuke en nuttige soorten bij), wat niet gewenst is haal ik weg. Maar het blijft bij zo nu en dan één of twee plantjes eruit trekken, that’s it! Dat dit het effect is van het vele mulchen is vooral in de voortuin duidelijk zichtbaar. Juist die relatief jonge successie van kruidachtige vegetatie is nog goed te infiltreren door aanwaaiende planten. Toch heb ik daar nauwelijks last van. En als je dan ziet hoeveel zaadonkruid in de direct omgeving staat is dat toch wel een prestatie.
Dit voordeel hangt natuurlijk af van het gebruikte mulchmateriaal, maar mijn tuinlab zou geen tuinlab zijn als ik niet meerdere methodes zou testen 😉
Compost-mulch
Compost is duidelijk een bron van voedsel, zeker wanneer het ingaande materiaal (deels) bestaat uit GFT van buiten het te mulchen stukje. Daarmee bedoel ik compost die (deels) gemaakt is met keukenafval afkomstig uit de winkel, of kant-en-klare compost. Het gaat dus om een niet gesloten kringloop, waarbij je materiaal van buitenaf in het systeem inbrengt. Dit heb ik in de voortuin een tijd gedaan. Bij de start heb ik wat gekochte compost, gedroogde mest en bladafval uit de omgeving gebruikt, daarna twee jaar zelfgemaakte compost (met materiaal uit andere delen van de tuin en keukenafval) verspreid. Het voordeel is dat je op deze manier de voedselrijkheid en kwaliteit van de bodem versneld kunt verbeteren. En dat werkt. Ik begon met puur zand (er lagen tegels), maar inmiddels heb ik een humuslaag van enkele centimeters diep en mijn planten doen het geweldig. Ook zie ik geen tekenen van tekorten aan bepaalde nutriënten. Het gaat zelfs zo goed, dat ik de laatste twee jaar geen compost meer gebruikt heb en het systeem nu op de chop-‘n-drop is overgegaan. De compost die ik nu maak (op basis van keukenafval, bladeren ) gebruik ik alleen nog om nieuwe aanplant een goede start te geven.
Chop-‘n-drop (of gesloten kringloop compost) -mulch
Dit is moeilijk om echt goed te kunnen observeren en herleiden. Kun je een kringloop zo veel mogelijk sluiten en kan een systeem daar goed van groeien? Theoretisch gezien wel. Een natuurlijk plantensysteem accumuleert voedingsstoffen en bouwt deze langzaam op. Mijn observatie (na 4 jaar) is dat mulchen met de chop-‘n-drop genoeg voedsel op lijkt te leveren om mijn bijna gesloten systeem in de achtertuin van voedsel te voorzien. Waarom bijna gesloten? Simpel, wij eten van de planten, maar ons afval komt in de wc terecht en dat spoelen we toch echt weg. (Voor degenen die nu denken: “Ja maar wacht, er zijn oplossingen, er zijn composteer-toiletten en systemen om afvalwater weer in de tuin te leiden.” – Ik weet het, maar ik wil het niet. Maar ik dwaal af.) Er zit dus een flinke lek in de kringloop. Toch doen de planten het goed. Het gaat om een nagebouwd struweel (veel struiken en kleine bomen), in het eerste jaar geholpen met zelfgemaakte compost (ook hier was de bodem erg zanderig). Daarna heb ik alleen nog de chop-‘n-drop gedaan en al het vallende blad laten liggen. Wel heb ik soms mijn eierschalen erbij gegooid i.v.m. een appelboom. Toch groeit ook hier alles dusver erg goed, zonder problemen. Ik vermoed ook dat de uiteindelijke ‘lek’ van voedingsstoffen door onze consumptie meevalt ten opzichte van de totale hoeveelheid voedingsstoffen in het systeem, een struweel met meerjarige planten. Een appelboom steekt bijvoorbeeld maar een deel van zijn energie en nutrienten in het maken van appels, de rest gebruikt hij voornamelijk voor onderhoud en bovengrondse- en ondergrondse groei.
Als u niet van spinnen houdt moet u misschien niet verder lezen… of juist wel. Ze zijn namelijk wel heel erg nuttig en een belangrijke plaagbestrijder in de tuin. Mulch is duidelijk een geweldig leefgebied voor allerlei belangrijke dieren, om dat te bewijzen hoef ik er alleen maar een spade is te zetten. Dan kruipt er van alles weg: wormen, pissebedden, lieveheersbeestjes, rupsen (ook welkom bij mij hoor) en nog veel meer, maar vooral: héél veel spinnen!
Laatst kwam ik hiervan zo’n mooi voorbeeld tegen, het verbaasde me. Ik wist dat een mulchlaag de onderliggende bodem beschermt tegen uitdroging door zon en wind en dat organisch materiaal zelf ook vocht vasthoud. Nu heb ik in de voortuin een stuk dat ik opnieuw beplant heb. Eerder heb ik niets aan de grond daar gedaan, dat was dus één en al zand. Maar dit jaar heb ik (eind juni) dat stuk beplant met planten voor de lange termijn. Voorafgaand aan de beplanting heb ik wat van mijn zelfgemaakte compost aan de grond toegevoegd, maar omdat ik eerder ook al wat gebruikt had was er maar weinig over. Nog steeds erg zanderig dus. Zoals gewoonlijk heb ik na de aanplant gemulched: eerst een laag kranten over de bodem, dan een laag takken en daarop een laag groen plantmateriaal. Die dag heb ik flink water gegeven en de volgende dag ook, maar daarna had ik geen tijd meer. Het werd ontzettend droog en een aantal dagen heel heet. Een week later had ik nog een plantje dat ik erbij wilde planten. Het was die dag érg heet (het liep in de 30 graden), maar in de avond zou het gaan regenen. Dus toen de donkere wolken aankwamen, ging ik snel naar buiten om het plantje te planten. Ik groef met mijn handen een gat in de grond en was verbaast: het was nog vochtig! Een week geen enkele regen, droge arme zandgrond en bijna geen compost te zien en tóch vochtig! Snel het plantje geplant en naar binnen gerend toen het begon te hozen.
Een een laag van verteerd organisch materiaal is heel belangrijk voor een gezonde bodem. Het zorgt ervoor dat water makkelijker wordt afgevoerd én het houdt water vast (de grond wordt vochtig maar slaat niet dicht van het water), het maakt de bodem luchtiger, is leefgebied voor vele belangrijke dieren en micro-organismen, houdt voedingsstoffen vast en maakt de grond beter te doorwortelen. Mulch bevordert het aandeel organisch materiaal in de bodem, want het wordt immers afgebroken. Dankzij mulch als beschermende laag treedt er ook veel minder erosie op, zodat de laag niet snel uitspoelt. Toen ik begon was alleen in de achtertuin nog enigszins een spoor van organisch materiaal te zien, maar het was geen laag te noemen. Nu, na 4 jaar, kom ik voor pas bij de zandgrond na 4-7 cm diep te graven, achter na meer dan 20 cm! Dat dit zo snel kon gaan had ik niet verwacht!
Met mulch kun je de juiste cocktail aan micro-organismen kweken. Kweken? Jazeker. Welk materiaal er als mulch gebruikt wordt (of al dan niet mulchen), beïnvloed de micro-organismen die in de bodem leven. Ik durf niet te zeggen in welke mate (dat zal sowieso ook van het materiaal en de omstandigheden afhangen), maar ik vermoed wel dat de impact groot is. Bij het industrieel composteren en vergisten van organisch materiaal zie je dat de samenstelling van het te verteren materiaal heel veel effect heeft op de micro-organismen die er groeien. Een hele kleine afwijking (zelfs van het soort wat wij niet eens kunnen detecteren) geeft vaak al grote verschillen tussen de ene composthoop en de andere. Dat geldt ook voor de vergisters (zo heten de tanks waarin industrieel wordt vergist). Maar het effect van het inkomende materiaal blijft ook nog heel lang zichtbaar. Omdat de mulchlaag voorziet in een groot deel van de te verteren voedingsstoffen én de afvalstoffen daarvan ook de chemische samenstelling van de bodem beïnvloeden, bepaalt de soort mulch veel van de organismen die er voorkomen. Maar wat heb ik zelf nou geobserveerd? Het is jammer dat ik niet regelmatig met een microscoop in de weer kan, maar één ding is mij wel opgevallen. Groot snoeihout leg ik steeds op een bosje achter mijn struiken in de voortuin. En wat zag ik vorig jaar? Paddenstoelen. Na wat speurwerk kwam ik erachter dat het de paddenstoelen van een mycorrhiza-soort zijn: een schimmel die met wederzijds voordeel met houtachtige planten samenleeft. Daar was ik natuurlijk superblij mee (ik stond daadwerkelijk te juichen).
Maar waarom nou specifiek daar? Theoretisch gezien zou houtachtig materiaal een voedingsbodem zijn voor schimmels. Hout bevat namelijk veel lignine, wat ervoor zorgt dat het hout stevig is en wat het beschermt tegen vele soorten micro-organismen, met name bacteriën. Schimmels daarentegen kunnen dit wel afbreken (vaak gespecialiseerd). Veel houtmulch is dus een goede voedingsbodem voor schimmels. Nu klinkt dat misschien niet zo goed, maar dat is het wel. Want juist veel houtachtige gewassen (bomen en struiken dus) groeien in een natuurlijke situatie samen met mycorrhiza-schimmels. En de hoeveelheid schimmels is in een struweel- en bosvegetatie veel hoger dan bij een kruidvegetatie (waar bacteriën de overhand hebben). Voor een gezondere en meer natuurlijke groei hebben deze planten dus schimmels nodig. De combinatie van struikachtige gewassen samen met houtafval hebben op deze plek dus ervoor gezorgd dat er een mycorrhiza is gaan groeien.
De theorie: een mulchlaag zorgt ervoor dat de bodem minder snel opwarmt of afkoelt, waardoor de bodem warmer blijft in de winter. Daarnaast staat de basis van de plant niet bloot aan koude vrieswinden. Daardoor zouden planten (vooral het soort dat ’s winters afsterft tot op de grond) koudere winters kunnen overleven. Ik vermoed wel dat ik dit gezien heb, maar zeker weten kan ik het niet. Of een plant winterhard genoeg is wordt door meerdere aspecten bepaald, zoals vochtgehalte van de grond, wind, warmte-afgifte van de omgeving etc. Maar ik heb al jaren een paar planten die niet helemaal winterhard zijn: artisjokken, penstemon, niet-winterharde salie en munt en zo nog een paar soorten. Ze leven nog steeds (oké, de penstemon niet meer, maar die heb ik zelf weggehaald), ondanks dat ze vooral in de eerste twee jaar toch een erg koude vorstperiode hebben moeten overleven. En met name van een paar van mijn artisjokken denk ik dat de belangrijkste reden de mulchlaag is, want ze staan in mijn voortuin (op onbeschutte plekken) en die voortuin ’s winters echt KOUD door alle wind, brrr.
Zoals ik al zei, mulch is eigenlijk gewoon een must, want zó nuttig. En ik ben heel trots op de bende in mijn voortuinje in zomer, herfst, winter én lente.
Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.
Ik ben Iris Veltman. Ik heb HBO Milieukunde gestudeerd en daarna gewerkt als procestechnoloog bij een bedrijf dat van afvalproducten nuttige producten maakt (o.a. compost en biogas). Nu ben ik bezig met mijn eigen bedrijf: Iris' Garden Ecology. Mijn doel is mensen te laten zien dat de natuur in de tuin niet bestreden hoeft te worden.
Ik heb ergens gelezen dat Levende planten de beste mulch zijn
die je kunt hebben!
Dat kan ook ja, goede opmerking. Er zijn alleen niet zo veel eetbare bodembedekkers die niet ’s winters bovengronds afsterven, dus ik mulch voordat de planten echt uitlopen en laat alles daarna lekker gaan. Voordeel van (dode) mulch op de bodem is dat micro-organismen hier meer aan hebben dan levende planten en dat het een voedselvoorraad vormt, maar veel insecten verstoppen zich weer in bodembedekkers (deels andere insecten, deels dezelfde soorten als ik hierboven noemde). Beste is dus variatie, want dan heb je de grootste diversiteit 🙂
Pingback: Mulchen: praktisch aan de gang | Iris' Garden Ecology
Enkele jaren geleden besteedde ik onnoemelijk veel tijd aan schoffelen, wieden en harken. Ik had de schoffel nog niet opgeborgen of het onkruid stond alweer kniehoog. De grond droogde in de zomer geweldig uit en werd bikkelhard. In de winter sloeg de grond dicht door regen en sneeuw.
Enkele jaren geleden ben ik begonnen met de borders (de weinige die ik al heb er zijn er meerdere in aantocht 🙂 )overvloedig te mulchen met compost, bladeren, houtsnippers en vers plantenmateriaal. Eigenlijk zowat alles wat ik vind of afknip laat ik ter plaatse tussen de planten liggen. Ik heb al een jaar of twee geen enkele schoffel of hark meer vastgehad. Ik plant, bedek en laat begaan. Het zeldzame sprietje onkruid dat de kop opsteekt is zo uitgetrokken. De planten blaken van gezondheid. Ik heb (tot nu toe) geen last van ziektes, plaaginsecten of slakken en je merkt gewoon dat de bodem leeft, rul en vruchtbaar is.
Mij moet niemand meer overtuigen van de voordelen van mulchen. In vergelijking met vroeger kost m’n tuin me 10 keer minder werk en levert me 100 keer meer genot. Terwijl de buren uren en uren in het weekend zitten te schoffelen, spitten en harken loop ik met mijn tasje koffie mijn borders te inspecteren en te genieten van de bloemetjes en de bijtjes.
Mijn keuze is snel gemaakt. 🙂
Hoi Tom,
Haha, ja zo zie ik nog steeds mijn buurman (tuin geheel betegeld met ‘onkruiddichte’ naden, plantfobie) al lachend tegen mij zeggen dat hij straks nóóit meer onkruid heeft. 1,5 jaar verder staat hij steeds onkruid van tussen de tegels te trekken en ik echt zelden 😉 Go nature!
Haha inderdaad! Over onkruidfobie gesproken, een kleine anekdote: twee jaar geleden had ik in het voorjaar een stukje grond van 15m2 vrijgemaakt en bezaaid met een zaadmengel van inheemse eenjarigen en meerjarigen om een vaste inheemse bloemenweide te creëren. Een maand of twee later, de plantjes waren mooi ontkiemd en al flink aan het groeien, gingen we een weekje op vakantie en onze behulpzame buurman kwam de poes eten geven en de brievenbus lichten. Toen we terugkwamen was mijn mooie ontluikende bloemenweide herleid tot een smetteloos stuk geschoffelde en geharkte grond (nergens meer een sprietje groen te bekennen). Onze buurman kwam heel fier vertellen dat hij dat stuk met ‘onkruid’ volledig onder handen had genomen. 🙂 🙂 🙂 Inwendig was ik niet echt happy natuurlijk, maar aangezien hij dat met de beste intenties had gedaan kon ik uiteraard niet kwaad op hem zijn. Als we nu op vakantie gaan, geef ik hem op voorhand duidelijk de instructie dat hij van de tuin best afblijft. 🙂 Ik denk soms dat hij me maar een vreemde vogel vindt met mijn ‘groene ideeën’. 🙂
Hoi Tom,
Jammer zeg, maar wel heel erg lief van je buurman dat hij zoiets voor je doet! Als wij op vakantie gaan zorgt mijn schoonmoeder meestal voor het huis. Zij laat de tuin met rust, ze vindt mijn ideeën over ecologie en tuinen sowieso vreemd (ik ben ook nog eens vegetariër dus wel héél erg vreemd). En toch vindt ze mijn tuinen wel mooi en zie ik haar zo nu en dan stiekem iets van mijn tuinen kopiëren… Langzaam overtuig ik haar wel 😉
Ik krijg veel andere mensen toch behoorlijk moeilijk overtuigd van een ecologischere manier van tuinieren. Veel mensen zijn heel enthousiast over de stukken van de tuin die ik al een ecologische make-over heb gegeven. Ze zijn vol lof over de bloemen, de kleuren, de geuren, de vlinders,.. En iedereen gaat er meteen van uit dat ik toch wel heel heel veel werk moet hebben aan zo’n tuin met bloeiende borders. Hoe vaak ik ook vertel dat het stuk gazon eigenlijk verreweg het meeste werk vergt en dat ik aan mijn borders eigenlijk behoorlijk weinig uren spendeer. Buiten een voorjaars ‘chop ’n drop’, af en toei wat snoeiwerk en wat mulchen hier en daar laat ik eigenlijk alles begaan en het ziet er echt niet ‘verwilderd’ uit. Toch blijven zij volharden in het spitten, schoffelen, wieden en ‘winterklaar maken’. Voor velen blijft mulchen en het achterwege laten van herbiciden, pesticiden en kunstmest toch ondenkbaar. Ook al bewijst mijn tuin het tegendeel. Kale grond tussen de planten blijkt toch een hardnekkig schoonheidsideaal. Net zoals mijn vriend nog steeds een spontane hersenbloeding krijgt als hij een blaadje klaver of een paardenbloem in ‘zijn’ gazon ziet staan.:-) Er is nog veel werk aan de winkel. 🙂