Heerlijk, bijna vakantie! Maar hoe zorgt u ervoor dat uw (pot)planten straks bij terugkomst niet in zielige dorre skeletjes veranderd zijn? Zonder iemand als plantenoppas? Een paar tips.
Potplanten zijn het meest gevoelig voor watertekort en temperatuurschommelingen. ’s Zomers is het, als het kan, handig de potplanten die normaal in de volle zon staan in een stukje met wat minder zon te zetten. Zelfs planten als tomaten, hoewel ze dan natuurlijk niet in de tocht moeten staan. Zo schommelen de temperaturen in de pot wat minder, doordat er minder direct zonlicht op komt. Planten kunnen best een paar weekjes overleven met minder, zolang ze nog steeds maar iets van zon krijgen.
Wat watergeven betreft is het handig om schoteltjes onder de potten te zetten. Deze vangen water op dat uit de pot loopt. Als daarna de aarde in de pot uitdroogt onttrekt het vocht uit de schaal. Zo blijft de aarde dus langer vochtig. Een ander trucje is een plastic fles met de onderkant eraf geknipt en een dop met een drietal gaatjes ter grootte van (ongeveer) een potloodvulling. De fles zet u op zijn kop met de dop in de aarde en dan vult u deze met water. Het water loopt nu langzaam de aarde in. Het is het beste de aarde bij het gebruik van de fles van tevoren al goed nat te maken, sowieso is een goede sproeibeurt vlak voor het weggaan een aanrader.
Planten die erg gevoelig zijn voor ziekten of plagen (zoals aubergine) kunt u het beste vlak van tevoren aan een grondige controle onderwerpen. Haal zieke plantdelen weg (en gooi ze in de GFT-bak, niet in de composthoop) en als u een enkele bladluis tegenkomt, haal die dan handmatig weg (met een vochtig doekje werkt het beste). Kijk ook goed in de vouwen en op nieuwe blaadjes en scheuten.
Planten in borders kunnen meestal wat langer zonder water. De aarde wisselt minder snel van temperatuur en kan nog vocht onttrekken uit lagere delen. Bovendien zijn de wortels van de planten langer waardoor ze uit diepere lagen kunnen onttrekken. Dus ten eerste: verwen die planten niet zo! Een slap hangend blaadje is nog niet meteen een reden voor actie, pas als dit een paar dagen aanhoudt kunt u ingrijpen. Als u niet steeds direct water geeft dan stimuleert u de groei van de wortels, zodat de plant zelf vochtigere plekken in de bodem kan zoeken. Maar goed, tijdens weken van lange, zinderende zomerdagen waarbij u op vakantie bent kunt u daar beter niet mee beginnen. De meeste borders hebben dan zelfs wel een sproeibeurt nodig, verwend of niet. U kunt uw borders weerbaarder maken door de grond te bedekken met een laag houtsnippers, compost of een ander soort mulch (en als u meer tijd heeft is het laten groeien van bodembedekkers handig). Die laag zorgt ervoor dat de zon niet direct op de aarde kan schijnen, waardoor het water minder snel verdampt. Ook houdt compost langer vocht vast dan bijvoorbeeld zand of tuinaarde. Geef ook voor u weggaat de borders een goede, natte sproeibeurt, zodat ze even flink verzadigd zijn.
Voor echte moestuinen is het toch het meest handige om een druppelsysteem óf een vriendelijk familielid/buur/kennis te hebben. In het geval van een plantenoppas is het een leuke om ze als dank een beetje te laten oogsten, bijvoorbeeld de frambozen, aardbeien of kroppen sla die op dat moment klaar zijn. Of ze na afloop een mooi boeket van bloemen (of keukenkruiden) uit de eigen tuin te overhandigen.
We hebben niet allemaal automatische watergeefsystemen, hoewel dat natuurlijk de meest betrouwbare optie is. Maar een druppelsysteem is ook prima zelf te maken. Dat kan heel goedkoop en simpel. De keuze is vooral afhankelijk van of u een permanente of tijdelijke oplossing wilt en of het u wat uitmaakt als het (even) niet zo mooi is. U kunt natuurlijk voor de lelijke, snelle versie kiezen en het lelijke deel gewoon uit het zicht plaatsen als dat mogelijk is.
Wat u nodig heeft is een watertank (een regenton, een emmer, een campingwaterzak, etc, hiervoor kunt u allerlei bakken hergebruiken). Een campingwaterzak (en andere afgesloten bakken) moet u wel ergens aan de bovenkant perforeren, zodat er lucht bij kan (of een lekkende gebruiken natuurlijk, heeft die ook nog een nut). De watertank moet een klein beetje hoger staan dan de aarde die u wilt bewateren, bijvoorbeeld op een regentonstandaard of krukje. De watertank staat het beste ergens uit de zon, zodat het water niet te sterk opwarmt en er niet zo makkelijk algen of beestjes in gaan groeien.
Op de watertank sluit u een flexibele slang aan, die u met het andere uiteinde tussen de planten legt die u wilt bewateren. Sluit het uiteinde af. Maak dan bij iedere te bewateren plant enkele gaatjes met een dikke naald (of een scherpe kurkentrekker). Als u de watertank vult (en zo nodig de kraan naar de druppelleiding open zet) dan vult de leiding zich met water dat langzaam uit de gaatjes bij de planten druppelt. Zo krijgen uw planten automatisch water, net zo lang totdat de watertank leeg is.
Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.
Ik ben Iris Veltman. Ik heb HBO Milieukunde gestudeerd en daarna gewerkt als procestechnoloog bij een bedrijf dat van afvalproducten nuttige producten maakt (o.a. compost en biogas). Nu ben ik bezig met mijn eigen bedrijf: Iris' Garden Ecology. Mijn doel is mensen te laten zien dat de natuur in de tuin niet bestreden hoeft te worden.
Pingback: Eerste hulp bij hittestress (voor planten, tenminste) | Iris' Garden Ecology