Momenteel doe ik een cursus wilde plantendeterminatie bij Floron. Heerlijk! En nu kreeg ik de opdracht een plant te kiezen die ik de moeite waard vind om te beschermen, en daarbij te vertellen waarom. Ik had moeite met kiezen, maar kwam uiteindelijk bij de paardenbloem. Mijn (korte) essay over dat stukje ‘waarom’ wil ik hier graag delen.
Ik herkende veel wilde planten wel uit ervaring, of tenminste wel het genus waartoe ze behoorden, maar had dan toch altijd zo’n stemmetje in mijn hoofd dat zei: ‘…klopt dat? Weet je het zeker?’ Heel vervelend, ook omdat ik vaak eigenlijk wel wist dat ik het gewoon goed had. Stom stemmetje, altijd twijfelen! Ik wilde dat stemmetje dus eens de nek omdraaien en zo ben ik nu de Basiscursus Flora bij Floron aan het doen. Het werkt, want als dat stomme stemmetje nu opkomt kan ik het een waslijst aan kenmerken geven die een plant ook echt díe plant maken. Lekker puh! En dat was precies waar ik op hoopte. Bovendien, buiten met wilde planten bezig zijn bevalt me uitstekend. Te goed eigenlijk, want ik kan het nooit slechts bij de opdracht van die les laten, ik ben meestal uren weg…
De opdracht was dit keer anders dan van vorige lessen. We kregen eerst een les over beschermde soorten, en daarna van Floron deze vraag: “Welke plant die jij tegen bent gekomen tijdens de cursus vindt jij zo bijzonder dat ze het beschermen waard is?” Het hoefde geen zeldzame te zijn (sterker nog, dat verwachten ze niet), ik mocht iedere plant kiezen, of ik die nou gewoon mooi vond of om een andere reden. En die keuze moest ik motiveren. Nou weet ik niet of ze daarvoor een essay verwachten, maar dat is wat ze van me kregen:
Leuke opdracht, maar moeilijk kiezen. Ik heb tijdens de cursus een hoop prachtige planten intiemer leren kennen, waar ik helemaal enthousiast van werd. O.a. echte koekoeksbloem, pinksterbloem, verschillende dovenetels, allerlei klavers, gele lis (een naamgenoot), zwanenbloem! Allemaal het beschermen waard, wat mij betreft.
Toch kies ik hier uiteindelijk voor paardenbloem (Taraxacum officinale). Natuurlijk niet zeldzaam of bedreigd, maar voor mij wel symbool van hoe mijn gemeente (en veel mensen) aankijken tegen en omgaan met wilde planten. Zo had ieder partijprogramma hier bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen, óók de twee die groener waren, als punt ‘Aanpak van het onkruid in het openbaar groen’. Onkruid, huh? Ik keek om me heen en zag de paardenbloemen bloeien… Aha.
Terwijl het zo’n nuttige plant is. O.a. de nummer 1 bijenplant met 107 verschillende bijensoorten die voedsel zoeken op de bloemen (WUR), een belangrijke voedselbron voor vlinders in het vroege voorjaar, een Composiet die relaties heeft met nog vele malen meer insecten en waarvan de zaden gegeten worden door muizen en vogels. Ook geheel voor ons eetbaar (goed voor je, want bitter!), grote grazers zijn er gek op én met zijn penwortel een plant die voedsel uit diepere lagen omhoog pompt, die weer vrij komen voor het bodemleven als hij zijn bladeren laat vallen. En hij overwoekert andere planten niet, dus waarom zou hij in de weg staan? Hij kleurt het druilerige voorjaar geel!
Bij mij in de tuin zijn ze dus welkom. De meest in het oog springende plant heeft zelfs een bordje met daarop een paar van al die positieve eigenschappen, in de hoop dat mensen snappen dat ik ze bewust laat staan (en het misschien zelf ook overwegen). Ik haal wel de uitgebloeide hoofdjes weg, zodat mijn buren er niet over gaan zeuren, maar ik zaai die ook weer op nieuwe plekken uit in de achtertuin (met succes!)
“Weeds are flowers, too, once you get to know them,” is een quote van Winnie de Poeh, en ik denk dat dit voor heel veel wilde planten geldt. We moeten vooral anders naar wilde planten leren kijken. Daar valt voorlopig nog een hoop te winnen. Zo heeft de gemeente toch al twee keer een paardenbloem op de rand ín mijn tuin doodgespoten…
Ik haal wel de uitgebloeide hoofdjes weg, zodat mijn buren er niet over gaan zeuren
Mijn hemel! Ben ik even blij dat ik in de Amsterdamse Pijp woon! Er is hier van alles aan de hand wat niet klopt, net als het leven zelf, zeg maar. Maar buren die klagen over een aangewaaid zaadje kunnen hier rekenen op een bulderende schaterlach. En Iris: hulde voor je ode aan de nederige paardenbloem.
Zoals ik al schreef, er valt nog een hoop te winnen 😉 Dank je wel!
Ooit was er een tijd dat ik ze ook weg haalde. Want dat hoorde. Inmiddels omarm ik ze! Behalve in de moestuin (sorry!). Die op het pad mogen blijven, dat wel.
Bij mij moeten ze soms ook verkassen 😉 De bladeren zijn wel weer een hele goede mest voor je moestuin, als mulch of als gier!
Ja, of op de composthoop :).
De paardenbloem is, zeker in het voorjaar, zo waardevol voor insecten. Ik laat ze ook staan en geniet er altijd enorm van. De bladeren kun je eten, maar ze zijn inderdaad best zuur.
Pas dit jaar ontdekte ik dat je de paardenbloem net voor hij gaat zaden , moet plukken (het uitgebloeide hoofdje). Als je dat op bijvoorbeeld een dienblad legt, krijg je toch die bol met dat vruchtpluis en steviger dan op de steel. Daar kun je mooie creatieve dingen mee doen, bijvoorbeeld er een vaas mee vullen met al dan niet een lichtslinger erbij.
De paardenbloem werd ooit in de methode Trefwoord, een methode voor levensbeschouwing in het basisonderwijs, gebruikt om iets met de dood te verduidelijken. Wat dat iets was, weet ik niet meer. Maar je ziet de cirkel van het leven zo duidelijk in de paardenbloem. Sindsdien heb ik verschillende rouwkaarten gemaakt met één of meerdere stadia van de paardenbloem.
De paardenbloem verdient echt de eer die jij ‘m nu geeft.
Wat een goed idee om de zaadhoofden zo te gebruiken, daar ga ik zeker eens mee experimenteren! En ik kan me goed voorstellen dat de paardenbloem de dood kan laten zien aan een kind, misschien iets met dat de zaadjes zich toch verspreiden ook al is de bloem zelf dood?
Dan vind je vast de nieuwe Veldgids Paardenbloemen leuk. Meer dan 150 soorten en er bestaan ook bedreigde soorten.
Groet, Angelika
Bedankt voor de tip!