In de categorie ‘Tuindagboek’ schrijf ik over wat me in de tuin is overkomen. Deze keer: eerbetuigingen aan mijn overleden kat én een primeur.
Mijn zaliger kat, Kaatje (volledig naam Orkaantje, een titel die ze had verdiend in het asiel), zat graag in mijn voortuin. Als het zonnetje scheen was ze op het bankje voor het raam te vinden en dan zeiden mijn man en ik: echt een oud dametje. Overigens was dit oude dametje een Houdini: zelfs als ze binnen moest blijven hoefde je maar te knipperen of ze stond buiten. En dan zat ze dus altijd op dat bankje. Ze kwam er alleen vanaf om me te begroeten als ik bij de deur kwam, in de tuin bezig was of als ze liever de schaduw tussen de planten opzocht. Anders was het háár bankje.
In 2019 moesten we Kaatje laten inslapen vanwege een nare tumor in haar bekje. Ik mis haar nog steeds. Inmiddels hebben we Inigo, ook uit het asiel, die mijn andere oude kat Sintel gezelschap houdt. Deze twee zijn niet zo vindingrijk, dus kon ik doen wat ik altijd al wilde: ik heb mijn achtertuin met gaas omringd, zodat ze alleen in mijn achtertuin blijven en niet naar andere tuinen gaan, de straat op of de vogels achterna. Ze kunnen en mogen mijn voortuin dus niet in, en eigenlijk vind ik dat jammer. Ik ben nog steeds zo gewend aan de aanwezigheid van Kaatje in de voortuin, op dat bankje, dat het lang een te lege plek voelde. Tot een jaar later.
Sinds 2020 zit er iedere dag een andere kat in de tuin. Het lijkt wel of ze afspraken gemaakt hebben over wie wanneer de beschikking heeft over de voortuin. Er is een pikzwarte, een lapjeskat, een rooie en een witte met een paar vlekken, dat zijn tenminste de katten die ik herken. En het leuke is: ze zitten te genieten in de voortuin, precies zoals Kaatje deed. Ze graven niet, ze jagen niet, ze genieten gewoon. Waar een kat geniet poept ‘ie niet, is mijn ervaring. Dat is precies wat deze katten doen. En ineens voelt die plek niet zo leeg meer. Het is alsof de katten mijn Kaatje respect betuigen door het stokje van haar over te nemen. Ze delen in haar liefde voor mijn voortuin.
Afgelopen week kwam ik samen met mijn man en zoontje vrij laat thuis. Ik had de sleutel in mijn hand en liep als eerste naar de voordeur. Zoals altijd trok mijn oog naar het bankje. En ja hoor, daar zat een kat: de zwarte dit keer. Ik praatte ertegen, maar deze is schuw en vluchtte weg. Terwijl ik dat deed registreerde ik een vreemde bol op het pad, vlak voor mijn voeten. Het duurde even voor het daagde dat ik die bol daar nog nooit gezien had. Ineens besefte ik – hé, dat is geen bol, dat is een – ik pakte mijn mobiel en zette de zaklamp aan. Ja! Op het pad voor mijn voeten zat een stekelig bolletje. Een egeltje, het had zich van schrik opgerold. Ik heb nog nooit een egel in mijn tuin gezien – wel sporen gevonden en het vermoeden gehad dat er in mijn voortuin een moest langskomen, want kom op, het is een egelwalhalla – maar echt in mijn tuin gezíen, nee. Ik riep mijn zoontje en man (sorry egeltje, we waren enthousiast). Mijn zoontje stond bijna te springen, hij had zelfs nog nooit een egel gezien. We keken toe hoe het egeltje zich langzaam uitrolde en weg schuierde, tot het zijn ietwat te dikke derrière tussen de planten door wrong om weg te komen.
Het maakt me blij dat zoiets simpels als een kleine tuin zo veel dieren een fijne plek geeft. Dankzij de zwarte kat zag ik de egel, anders had ik hem zo over het hoofd gezien. Nog een tuinbezoeker. Zo leeft er iets van Kaatje tussen de planten voort.
Leuk en met liefde voor de dieren verteld Iris.
(Met gaas omringd moet met een d!)
Niek
Haha oeps, soms glipt er een tussendoor. Dank je wel!
Héérlijk !
Mooi verhaal, en herkenbaar, het gemis.