Ik kreeg even een friendly reminder van de total awesomeness van bomen – en die deel ik graag met jullie!
De vorige weken kampeerde ik lekker met mijn gezin in een bos (mijn reacties waren dus ook wat trager dan normaal, gezien ik daar (bewust!) geen wifi had). De eerste week zat ik nog in mijn warmste kleding te bibberen voor de tent, terwijl de voorspellingen dreigden dat we de tweede week uit onze bedden zouden te stomen… Maar dat tweede gebeurde niet. 27 – 30 graden bleek prima vertoeven in een bos. Onder de bomen stonden onze tent en wijzelf heerlijk koel. Het vóelde niet als rond de 30 graden! Het nabijgelegen dorpje in was ook niet zo’n straf dankzij het vele groen in de straten. We spendeerden zelfs een hele dag buiten in de Leemkuil van Nijmegen (een aanrader voor een dagje uit met kinderen) en ook daar wist de hitte – waar zowel mijn man als ik en meestal ook onze zoon een gruwelijke hekel aan hebben, waar we soms zelfs ziek van worden – ons niet te raken. Even snel een stadje in, gelijk naar het eerste het beste groen en eenmaal terug bij de tent zuchtten we van opluchting. Heerlijk! Nou snap ik waarom mensen van warmte houden!
Maar oh wee, wat valt de thuiskomst zwaar. Stenerig Beverwijk met alleen hier en daar een klompje groen. Niet alleen blah, bluh en blegh qua uitzicht maar ook puf, paf en pfoei qua hitte. Echt HITTE, niet gewoon warmte. De temperaturen zijn hier aan de kust dan wel lager, maar dat compenseert zo’n propvolle stad duidelijk wel. Wat missen we de groene omgeving. Ik ben blij met m’n wilde, overgroeide stadsjungle en als het kan vluchtten we nog wel eens naar de duinen. Maar deze vakantie was het verschil wel erg schrijnend. En daar is eigenlijk een vrij simpele uitleg voor. Stenen hebben thermische massa, wat wil zeggen dat ze goed warmte opnemen, vasthouden en nog lang afstaan. Afkoelen doet het daarom ’s nachts in een steenachtige omgeving veel minder snel dan andere soorten omgevingen. Daar tegenover zorgen groen – en dan vooral bomen – niet alleen voor koelte dankzij schaduw, maar ook omdat ze de lucht om zich heen in beweging houden. Dankzij de evaporatie van vocht uit de bladeren vindt er luchttrek plaats en doordat de lucht in beweging blijft warmt het minder snel op en geeft het sneller zijn warmte af. Bovendien zorgen de planten voor nog wat vocht in de lucht, wat deze afkoelen. Tot slot werpen ze schaduw op de bodem en doordat die zo minder directe zon ontvangt, warmt ook die minder snel op (weer wat thermische massa minder, want ook kale grond neemt sneller warmte op). Planten en vooral bomen, met hun ernorme omvang, kunnen dus de temperatuur in hun omgeving flink beïnvloeden. Van on- naar verdraagzaam.
Hoera dus voor bomen! En ik voel me weer gesterkt in het promoten van groen, juist in de stedelijke omgeving!
Het groen kan niet genoeg gepromoot worden! Ik verblijf met die verzengende hitte ook met genoegen in mijn lekker volgebouwde achtertuin (meer dan 100 planten, bomen en struiken) met goudvisjes in het vijvertje in de Amsterdamse Pijp waar ook nog eens een ruime en hoge geveltuin mijn hoekhuis van de nodige koelte voorziet.
Deze dagen moet ik veel strijken omdat oudste zoon van zijn kot uit Leuven komt en volgende week voor een half jaar vertrekt naar Zuid-Afrika. Onder onze grote notenboom gaat dit zaaalig!
Vandaag het halve land afgereisd op tuinbezoek in weinig bebost gebied. Wat een luxe om plakkerig en bezweet terug thuis te komen in mijn koele groene zuurstofrijke bostuin. Ik kan nu zelfs niet begijpen dat ik het zoveel jaar in de stad heb uitgehouden.
Een mens kan niet zonder natuur en bomen. Waarom denk je dat mijn tuin een en al plant is: met boom.! En ik angstvallig in de gaten houd wanneer er bomen om ‘moeten”, of er weer nieuwe geplant worden. Of toch maar een partij voor de bomen oprichten?
Een partij voor de bomen klink als een plan, haha 🙂
Lang leve de bomen; -)
Ja Zeker!